Het laatste korreltje zand is gevallen. De nieuw-zeelandse zandloper is leeg. Nog 1 nachtje slapen en we ruilen de nieuw-Zeelandse zomer voor de bijna-lente thuis. Het is een fantastisch avontuur geweest dat we iedereen kunnen aanraden: doe eens iets zots!

Voor onze laatste dag zijn we nog 1 keertje naar de west-kust gereden: een uurtje bollen. Aucklanders hadden het ons aangeraden. Het is hun favoriete uitlaatklep voor mooie weekends en korte vakanties. Prachtige, lange zwarte stranden zouden ons deel zijn. Waarom ook niet? We hebben een wandeling gevonden die – hopelijk – ongeveer alles verenigt: wat klimmen, het strand, wat bos. 4 uur is de geschatte tijd. We pakken de laatste keer onze dagrugzak en de draagzak en gaan op pad.

De wandeling tart opnieuw alle verbeelding. In het begin is het nog een iets boven middelmatige wandeling op een heuvel in het bos. Naarmate we hoger klimmen, geeft het landschap meer en meer van zijn geheimen prijs. Tussen de bomen krijgen we de zee en een adembenemende duinenlandschap te zien dat begrensd wordt door de groene heuvels waarop we klimmen.

Ook het bos zelf is erg mooi. Na ongeveer 2 uurtjes wandelen stoppen we met klimmen en beginnen een steile, gladde afdaling richting de zee. Wanneer we uiteindelijk aan de voet van de heuvels uitkomen, valt onze mond open van bewondering. Eerst wandelen we door een zompig landschap. Links en rechts staan vijvertjes, rondom begroeid met riet en flax. Op een van de vijvertjes zwemt een eenzame zwarte zwaan met haar jong. Ook al is het niet meer piepjong, het is wel nog pluizig en grijs.

Ik moet aan het verhaal van het lelijke eendje denken. Het zand van het paadje waarop we lopen is pikzwart. Het glinstert mooi in de zon. Geleidelijk aan wordt het zand droger en losser. Van pikzwart verandert de kleur ook naar donkergrijs. Plots staan we voor een grote donkergrijze duin. We ploeteren ons een weg door het losse zand naar boven. Dan staan we aan de grond genageld. Een grote grijze zandvlakte die schittert alsof het vermengd is met allemaal kleine stukjes goud. Het lijkt wel een zwarte woestijn. Achter ons kunnen we de groene oase met de vijvertjes nog zien. Er vliegen net 2 zwart-wit gekleurde eenden weg. Even later zien we ze op de zandvlakte zitten, genietend van de warmte die het zwarte zand uitstraalt. 

buitengewoon

Wanneer we wat bekomen zijn van de eerste bewondering, doen we snel onze schoenen uit om van diezelfde warmte te genieten. Het losse zand vindt meteen zijn weg tussen onze tenen en is misschien zelfs wat aan de hete kant. We stappen verder in de richting van een landschap dat het midden heeft tussen een duinlandschap en toendra. Dit is een prachtige plaats om te picknicken onder het goedkeurend oog van de 2 eenden.

Na de middag stappen we een tijdje verder door dit type landschap, rechts geflankeerde door de indrukwekkend steile heuvels waarop we net gewandeld hebben. Links in de verte geflankeerd door de zee.

wat een landschap

Plots is het struikgewas op en komen we opnieuw in een duinenlandschap terecht dat al snel overgaat in een indrukwekkend leeg en grijs strand. Stel je voor: schitterende lichtgrijze duinen begroeid met groengrijs duingras dat de heuvels in rechte lijnen tracht in te nemen. Het gras schittert prachtig grijs in de zon. In combinatie met het grijze zand, de zee en nog steeds de steile heuvels rechts lijkt het een landschap van een verre planeet.

wandelen op een verre planeet

We kuieren verder over het strand.

strandwandeling

e kindjes amuseren zich met zand en water en zijn al snel doornat. Naarmate we verder wandelen komen we dichter bij de weg die ook naar de parking leidt. Niet dat we de weg al kunnen zien, maar we zien in de verte meer en meer kleine stipjes ronddwalen of op het strand liggen. Niet dat er een massa mensen zijn, maar zelfs enkelingen verstoren het beeld van een desolaat landschap. Dit is – dit was – een prachtige afsluiter van onze reis naar Nieuw-Zeeland. Ik blijf erover versteld staan dat je dit kan vinden op een uurtje rijden van het centrum van een miljoenenstad. Dat uurtje terugrijden, blijkt op de terugweg in de file wel 1,5 uur. Tja, dat nemen we er (graag) bij.