Er zijn ook onbeleefde Nieuw-Zeelanders: afspraak maken om naar de mobilhome te komen kijken en dan toch niet komen opdagen. Het gebeurt hier dus ook.
Nu ja, daarna alsnog naar de het centrum van Auckland vertrokken voor een stadswandeling. Tenminste dat was de bedoeling, maar ons tochtje is in het water gevallen. Dat mag je heel letterlijk nemen: bakken water hebben we over ons gekregen. De hemelsluizen gingen hier weer wagenwijd open voor uren aan een stuk. We hebben even geprobeerd om een stukje van de wandeling te doen, maar er was geen beginnen aan: 15 seconden buiten en je was kletsekloddernat.
Uiteindelijk zijn we terug in de mobilhome gekropen, hebben we wat spelletjes gespeeld en tot slot wat boterhammetjes gegeten. Toen was er nog geen beterschap op komst en hebben we er de brui aan gegeven. We zijn naar de cabin gereden die we gehuurd hebben voor onze laatste dagen en begonnen met leegladen en poetsen van de mobilhome. Ongelooflijk wat er allemaal in zo’n kleine mobilhome kan. Ongelooflijk ook hoeveel kleren we te veel bij hadden uit België. Er is het een en ander nog proper.
Toen ons Fien wakker werd uit haar namiddagslaapje ben ik even met de kindjes gaan zwemmen zodat tenminste toch een van ons verder kon doen. Tegen 19u waren we ermee klaar.
Nog snel een beetje eten – de kindjes hadden al wat restjes gekregen – en ons klaarmaken voor een lange dag morgen: we moeten om 9u op de luchthaven geraken. Zonder file is dat zo’n 20 minuten, maar wie weet hoe lang het zal worden in de ochtendspits. Morgen weten we meer.
De engelsen hebben een gezegde: “It’s raining cats and dogs” om te zeggen dat het pijpenstelen regent.
Wat we tot hiertoe gehad hebben, lijkt meer op “Het regent olifanten en mammoeten”. Ik vroeg me af of van onze 4x4home misschien ook een even een boathome zouden kunnen maken. Dit maar om te zeggen dat het hier regent en maar blijft regenen. Ongelooflijk.
Het is ook vrij warm en met een luchtvochtigheid van 98% heeft dat niet zo’n positief effect op de slaap. We waren dan ook alle 4 erg vroeg wakker.
Daar is gelukkig ook een positieve kant aan. Ook al arriveerden de eerste potentiële kopers bijna een half uur te vroeg: we waren er al helemaal klaar voor. De kindjes en ik trokken naar de TV-kamer, Bert mocht zijn capaciteiten als verkoper nog eens testen :-).
Wat die TV-kamer betreft: de TV doet het niet en er liggen grote plassen op de betonnen vloer. Even later kwam de man van de camping even een kijkje nemen. Gisterenmorgen lag hier blijkbaar nog tapijt, maar het water komt gewoon langs de grond en de muren binnen. Dus dat tapijt hebben ze er maar uit gehaald. De grond is hier 100% verzadigd: overal liggen grote, diepe plassen. Ook de stenen paadjes zijn gewoon ondergelopen. Soms loop je beter over het gras dan over de paadjes. En soms is er gewoon geen doorkomen aan zonder natte voeten. Sandalen doen het nu een pak beter dan schoenen :-).
De eerste kopers zijn ondertussen weg: ze maken zich een beetje zorgen over de roest. Deze namiddag laten ze iets weten, nadat ze nog een andere bekeken hebben.
Ah, telefoon: iemand die gisteren al eens heeft gebeld voor wat informatie. Hij gaat hem gewoon kopen!! Ook al heeft hij hem nog niet gezien, behalve op foto. Hij heeft wel in het verleden met krak dezelfde gereden: hij wist een paar van de gebreken op te sommen. Blijkbaar standaard voor dat model. Maar dus alles bij elkaar toch ook vooral goeie ervaringen met deze mobilhome. Benieuwd of we de verkoop volledig kunnen afronden. Het lijkt er wel op. De man heeft ondertussen een vlucht naar Auckland geboekt. We pikken hem maandag om 9u op, ronden de verkoop administratief af en klaar is kees.
We moeten de mobilhome morgen dus volledig leeg halen, kuisen en voorbereiden voor de overdracht. We zijn dus naarstig op zoek geweest naar een verblijf en een auto voor wat over blijft van ons avontuur in Nieuw-Zeeland. Weer een hoofdstukje bijna afgerond. Weer een stapje dichter bij huis.
Alles bij elkaar is het goed dat hij verkocht is: dan kunnen we de laatste 2 dagen met een vrij en vrolijk gemoed rondcrossen en Auckland onveilig maken.
Deze namiddag zijn we nog even naar Kelly Tarlton’s Sealife aquarium geweest. Na ons bezoekje aan het aquarium in Napier wisten we dat dit een topper zou worden bij de kindjes. En dat was het absoluut, ook al was er wel heel wat commercieel gedoe rond.
We hebben opnieuw haaien gezien. Nu zelfs nog grotere dan de vorige keer. Maar daarnaast ook reuze roggen, allerhande soorten zeepaardjes – oehhhs en aaaaahs zijn hier op zijn plaats -, een octopus, 3 soorten kwalletjes, zeeschildpadden, de koning van de pinguïns, enz. Er was ook een doe-stand waar je aan zeesterren mocht voelen en waar ze lieten zien hoe een zeester een mossel aan het verorberen was. En ik die dacht dat een zeester een lief beestje was. Blijkbaar zat er normaal gezien ook een krabje in het aquarium, maar ze zijn erachter gekomen dat ook dat ten prooi is gevallen van een van de zeesterren. Ze weten zelf niet goed hoe dat is kunnen gebeuren. Wat is de natuur toch spannend en verrassend, nietwaar?
Van spannend gesproken: met zo’n mobilhome in het drukke verkeer van zo’n stad manoeuvreren, is ook best spannend. Wat ben ik dan blij dat we maar een kleintje van 5,5 meter hebben en niet zo’n gigantisch lange. En een gigantische stad met een gigantische drukte is het hier wel: 1 op 3 Nieuw-Zeelanders woont immers in deze stad. Dat kunnen we van Brussel niet zeggen….
De ochtend begonnen met – wellicht – onze laatste strandwandeling in Nieuw-Zeeland.
We denken terug aan de vele tientallen prachtige stranden waarop we hier gewandeld hebben: gele, witte, bruine, bezaaid met stenen, … . Waw.
Het is vandaag helaas een donkere dag en we krijgen af en toe wat stofregen over ons heen. Dat kan ons echter niet deren. Ook de kindjes genieten ervan: we laten ze lustig in het water spetteren en spelen: hun natte broeken kunnen we sebiet wel vervangen.
Dan beginnen we aan de trip naar Auckland. We mikken op een camping in Ramarama om nog maar eens een potentiële koper te ontmoeten. Het zullen er uiteindelijk 2 worden. Sinds we de prijs hebben verlaagd, regent het sms’en en mails. Het ziet er naar uit dat we hem wel verkocht zullen krijgen. En indien niet: we hebben een solide plan B nu: onderweg – ongeveer een uurtje rijden van Auckland – een verkoper van 2de handse mobilhomes tegengekomen. Na wat aarzelen zijn we even gestopt en wat informatie gaan vragen. De man – een technieker – lijkt erg betrouwbaar en ziet het wel zitten om onze mobilhome te verkopen aan een redelijke prijs. Zijn vrouw – de verkoopster – is er echter niet, dus we zullen nog eens moeten terugkomen of via de telefoon wat afspraken maken.
Het leuke is ook dat we nu de rollen kunnen omdraaien: ten laatste maandag zullen ze moeten beslissen, anders doen we de mobilhome naar de dealer en wordt hij meteen ook een heel pak duurder. Nu staan zij onder tijdsdruk en wij niet langer. Het geeft alleszins een geruststellend gevoel.
In de vroege namiddag zijn we hier op de camping toegekomen en ondertussen hebben we al bakken en bakken regen over ons gekregen. De hemelsluizen staan hier duidelijk wagenwijd open. Er is en blijft hier ook sprake van serieus noodweer in de regio waarin we zitten en vandaan kwamen: drijvende auto’s, wegen die onder lopen, mensen die zonder stroom vallen… Helaas gaan er nog bakken en bakken regen bij vallen. Laat ons hopen dat het hier niet veel erger meer wordt.
Het regent. De ganse nacht al. Gelukkig raken we nog vlot van onze staanplaats. De onverharde weg terug naar Te Araroa is nu nog avontuurlijker geworden. De banden slippen wel eens een keertje door, maar al bij al geraken we er vlot door. Hoe mooi de weg gisteren ook was, vandaag is daar maar weinig van te zien: het is te bewolkt, het regent te hard. Af en toe kan je nog een glimp van de verborgen schoonheid opvangen. Te weinig. We rijden dus eigenlijk aan een stuk door tot in Gisborne, met uitzondering van een de St Mary’s church in Tikitiki. Het toont perfect hoe de Maori cultuur zich heeft vermengd met de katholieke cultuur. De buitenkant is een gewoon kerkje, de binnenkant lijkt heel sterk op de ontmoetingshuizen/gebedshuizen (marae) van de Maori cultuur.
Gisborne is een onvriendelijke stad. De eerste stad waar zoveel mensen gewoon niets terugzeggen wanneer je goeiedag zegt. Ook onze kindjes valt het op: “Waarom zegt die niks terug?” Onze camping versterkt dit beeld nog: dit is de eerste camping waar je een soort badge nodig hebt om zowat overal binnen te raken: in de keuken, in de douches, zelfs in de frigo. Ik vermoed dat ze de veiligheid willen versterken, maar ik ga mij hierbij verschrikkelijk onveilig voelen.
Gisborne zou de eerste stad zijn die de zon ziet op deze planeet. Dat zullen wij morgen dus een keertje meemaken. Het is duidelijk dat Gisborne ook nog andere troeven wil uitspelen: een wandeling tussen de regen door langs de waterwegen van de stad is wel heel erg mooi aangelegd.
Doe zo verder, Gisborne. En doe ondertussen ook iets aan de vriendelijkheid van de mensen hier. 🙂
We hebben trouwens ook gehoord dat we niet hoeven te klagen over de regen die we vandaag gehad hebben: de Coromandel en een stuk van Auckland staan helemaal onder water: er is op 24u zo veel regen gevallen als normaal op 1 maand. Mensen moeten ontzet worden, het gebied zit gedeeltelijk zonder stroom, … Stoppen met klagen over een beetje regen dus.
Pffff. Regen, regen, regen en nog eens regen. Een groot deel van de nacht en een heel stuk van de dag. De westkust doet zijn reputatie alle eer aan. Op zich heb ik daar niks op tegen, behalve dat je dan zo weinig kan zien van de bergen hier. En dat het zo’n gedoe is om buiten te komen.
Vandaag stond sowieso het vervolg van de rit naar Fox Glacier op het menu. Deze rit had ongeloof prachtig moeten zijn, maar daar hebben we meestal niet veel van gezien.
Af en toe kunnen we een glimp opvangen van de onaardse en ongerepte schoonheid van dit woeste Nieuw-Zeeland. Woest is het altijd geweest als we de bordjes mogen geloven: ze hebben het pas in 1965 kunnen ontsluiten met een echte weg. Dan trekken de wolken een klein beetje weg, net als je over een brug rijdt en kan je de rivier zien met daarachter spitse bergen, deels gehuld in wolken, deels bedekt door subtropisch regenwoud. Wat zou ik dit stukje Nieuw-Zeeland graag in al zijn pracht kunnen bewonderen.
De eerste tussenstop – Knights point – staat in de Lonely Planet als: ‘Stop if humanly possible’. Stoppen doen we, maar ik ben de enige die uitstapt in de gietende regen. Je voelt de potentie van schoonheid in alle schimmen die je ziet, maar eigenlijk krijg ik niks te zien.
De tweede tussenstop – Lake Moeraki – stappen Bert, Fien en ik uit. Lander blijft zitten. Dit is nog meer Jurassic Park; ik weet het; ik val in herhaling.
Dan rijden we door tot Lake Matheson. In goede omstandigheden een spiegelmeer waarin de bergpracht die we zouden moeten kunnen zien, nog eens weerspiegeld wordt ook. Hier doen de kindjes en ik een wandeling. Bert komt ons later vervoegen.
Het is opnieuw noppes. Maar opnieuw voel je dat het kan zijn. Misschien moeten we nog eens terugkomen bij mooi weer.
Noot: het wit is waar de bergen zouden moeten zijn volgens de prachtige bordjes 😉
Tot slot doen we ook nog een wandeling door een stukje regenwoud. Nog maar eens een fantastisch stukje bos. Wat is dat mooi. Onbeschrijflijk. Wat kan een gevallen boom toch glorieus mooi worden.
De dag zit erop. Morgen geven ze normaal mooi weer. Misschien moeten we nog maar eens terugrijden dan. We zien wel.
Ah ja, deze panorama foto van Lake Wanaka – enkele dagen geleden – kan ik jullie niet onthouden:
Het avontuur begint vandaag bijna onmiddellijk nadat we vertrokken zijn naar onze eerste wandelstop van de dag: de wandeling naar Lake Ellerly. We moesten weer wat onverharde weg doen, we komen net aan het startpunt toe en plots begint er eentje over te geven: ons Fien.
Bert vliegt naar achter terwijl hij ons afwastijltje in volle vaart meegritst en weet nog een en ander op te vangen. Maar helaas, het kwaad was geschied: er moest geruimd en gekuist worden.
Ons Fien lijkt verder geen last meer te hebben, dus we beslissen dat ik de kindjes meeneem op de wandeling, Bert komt na. Ondertussen begint het uiteraard ook te regenen, dus alle regengerief aan, een walkie-talkie mee en op pad.
De wandeling zelf is een absoluut pareltje. Ik sprak gisteren al van Jurassic park: wij hebben erdoor gewandeld. Een fantastisch mooi weggetje doorheen subtropisch regenwoud. Het weggetje volgde mooi de ongerepte rivier die naar Lake Ellerly zou leiden. Af en toe horen we de lokroep van wat wel een of andere exotische dinosauriër moet zijn. Dit geluid kan toch niet van een vogel afkomstig zijn. Of wel?
Dan is er Lake Ellerly zelf. Wat een pracht en mystiek, ondanks de regen. Misschien wel dankzij de regen. Ik heb het al eerder gezegd. Bert heeft ons nog altijd niet ingehaald. Ik probeer de walkie-talkie nogmaals en – jawel hoor – ik hoor zijn stem, ook al versta ik hem niet echt. Ik geloof dat hij vertrokken is. We zullen even wachten in de gietende regen zodat hij ook van dit schouwspel kan genieten. We zijn toch al nat ;-).
Terug bij de mobilhome – met Bert – doen we alle natte spullen uit en trekken iets droogs aan. Voor sommigen al het 3de plunje van de dag: zo gaan we snel terug moeten wassen.
Ah ja, ons Fien heeft alles gestapt. Zonder zagen of morren. Ze lijkt erdoor.
Even verder – we hebben ondertussen gegeten – is de Hapuka Estuary walkway: een leerrijke korte wandeling door moerasland. Fien slaapt, dus Bert blijft ook in de mobilhome. Lander en ik trekken onze natte kleren terug aan. We krijgen nog even een goeie bui wanneer we vertrekken, maar dan is het plots droog en kunnen onze jassen beginnen drogen.
Weer enkele kilometers verder komen we bij Ship Creek. Nog meer Jurassic Park hier of Robinson Crusoe. Kies maar. Zovele exotische films kunnen hier gemaakt worden. Zonder problemen. Kijk maar naar de foto’s.
Er zijn hier 2 korte wandelingen. De Dune Lake walk gaat gedeeltelijk langs het strand. We besluiten daarmee te beginnen. In het begin regent het nog wat, maar dan is het plots volle bak zon en bakken: een muffe, drukkende hitte. Onze jassen drogen al bij al goed en Bert haalt – samen met een appeltje – nog meer natte spullen aan om te drogen terwijl de kindjes op het strand spelen en papa wat fotootjes gaat nemen. De kindjes zijn duidelijk dolblij met eindelijk nog eens strand en echte zee in plaats van al die meren. De Tasmaanse zee is ook duidelijk nog niet gekalmeerd tijdens onze afwezigheid: ze beukt nog steeds met woeste kracht op het land.
Na een hele poos, gaan we toch ook nog voor de Swamp forest walk. Ook dit is een mooie: ze brengt ons door een heel oud tropisch regenwoud dat gegroeid is op moerasland. Prachtig. Het duin meertje dat we tijdens de andere wandeling gezien hebben, staat uiteindelijk hetzelfde lot te wachten: eerst zal er riet groeien, daarop geleidelijk wat struikgewassen en uiteindelijk ook bomen. Wat een krachttoer van de natuur.
Oeps, ’t is alweer 17u. Hoog tijd om een staanplaatsje te vinden voor de nacht, want campings zijn er hier in de verste verte niet te vinden. Morgen zetten we onze ontdekkingstocht verder; tenminste als de dinosauriërs ons hebben laten leven.
Vandaag is het 6 februari: Waitangi day. Dat is de dag waarop de Engelsen en een aantal Maori chefs het ‘Treaty van Waitangi’ ondertekend hebben. Een soort vredesverdrag dat een en ander regelt en dat – nog altijd – voor wat problemen zorgt. Dat is zo’n beetje de nationale feestdag hier. Niet dat we er ook maar iets van gemerkt hebben. Ik denk dat er hier te weinig Maori leven en te veel toeristen momenteel.
Soit, vandaag een ander stukje van de Kepler track gedaan: van Kepler Track car park tot Brod Bay: 11,2 kilometer heen en terug. Hiervan heeft ons Fien er – hou u vast – 6 km aan 1 stuk gewandeld zonder in de draagzak te zitten. Waw! Dat voor een tweejarige. De aangegeven tijd naar Brod Bay was anderhalf uur, wij hebben er met onze kindjes van twee en vijf jaar 1 uur en 3 kwartier over gedaan. In de regen, nota bene, want vandaag was hier een natte dag. Dikke pluim voor de kindjes.
Voor de rest niets noemenswaardig gedaan: wat winkelen, wat koken, wat vooruit plannen. Yep, zelfs plannen. In dit toeristisch gebied is dat echt nodig. Gelukkig moeten de kiwi’s vanaf morgen terug naar school: de grote zomervakantie is gedaan. Hopelijk wordt het dan terug iets kalmer.
Op tijd opstaan, want vandaag begint onze cruise door Doubtful Sound in Fiordland. Eerst moeten we Lake Manapouri oversteken met een boot. Dat is een uurt (!) varen. Dat wordt meteen een toppertje voor de kindjes want onze Lander en ons Fien mogen het roer van de kapitein overnemen.
De overtocht brengt ons ook van een mooi landschap naar prachtig landschap: langs het meer worden de bergen hoger en hoger, steiler en steiler en ze volgen elkaar in sneltempo op.
Aan de overkant van het meer is elektriciteitsgenerator en een weg van 16 km naar Deep Cove, de echte start van ons avontuur. Deze weg, hoewel onverhard, is de duurste van heel Nieuw-Zeeland: 2 doller per cm weg. Tel maar uit. Hij is speciaal aangelegd voor de constructie van het electriciteitsstation. Het principe is om de uitstroom van Lake Manapouri naar de zee (= Deep Cove) te reguleren. Een gigantisch constructiewerk moet dat geweest zijn. Nu maakt het toerisme naar Doubtful Sound een pak makkelijker.
We kruipen met zijn 11 + de chauffeur (Andy) het busje in voor onze eerste avontuurtjes samen: een rit van een uurtje inclusief enkele tussenstops. Ons Fien had al genoeg van al het zitten en liet goed van zich horen, maar niets dat een welgemikt tutje niet kan oplossen. Oef.
Aan Deep Cove gekomen, maakten we kennis met de rest van de crew: Vic, de schipper/kapitein, en Alex de kokkin. Maar eigenlijk waren de 3 zo’n beetje manusje van alles. Zeker Alex en Andy: koken, afwassen, eten maken, helpen vissen, vissen fileren, duiken naar kreeften, het dek schrobben, stofzuigen en bovendien ons entertainen. Ze deden het allemaal. Ik vond het best indrukwekkend.
Ze onthaalden ons met een glaasje bubbels en een glaasje fruitsap voor de kindjes, vervolgens was het lunch (pasta met een soort kreeftsaus), rond 14u kregen we dan een muffin, rond 16u allerhande aperitiefhapjes en later het 4-gangen diner (een gefrituurde mossel, soep, kreeft, een hoofdgerecht met kabeljauw (blue cod) en tot slot een karamelpudding met een heerlijk zwaar sausje). Op dat vlak kwamen we dus alvast niks te kort.
Voor de rest werden we heel goed bezig gehouden door crew en kapitein: Doubtful Sound was verbluffend mooi (zie ook de special). De kapitein loodste ons naar schitterende plaatsen en kende zijn boot maar al te goed: zo loodste hij ons met de voorsteven tot tegen de rotsen zodat een watervalletje gewoon recht het dek op liep. Prachtig was dat.
Ook de kindjes hebben ervan genoten en een kleine douche genomen onder de waterval. Dat kon ook de rest van de passagiers wel bekoren :-). Ze hadden trouwens beiden al snel de harten van onze medepassagiers gestolen. Later op de middag gingen we vissen. Ik voor de eerste keer van mijn leven en dan nog 2 vissen gevangen ook. Bert had helemaal de smaak te pakken en was bijna niet weg te slaan bij de vishengels.
Ook de kindjes vonden het geweldig als vake of papa iets gevangen hadden. Ook de rest van de passagiers werd luid aangemoedigd wanneer ze beet hadden.
Het was meteen ook een harde levensles om de vissen in een bak gegooid zien worden en vervolgens met een pin door hun hoofd om hen uit hun lijden te verlossen. Het hoort er allemaal bij: de vis wordt gegeten.
Daarna brachten enkele albatrossen – wat een machtige vogels – ons een bezoekje.
Later op de namiddag, wanneer we bijna in volle zee waren, ging de bemanning ook duiken (40m diep) op zoek naar kreeften. Ook dat was een heel avontuur voor de kindjes. Zeker ook toen ze een half uurtje later terug boven kwamen met hun vangst en de kreeften machteloos over het dek aan het kruipen waren. De bemanning gaf wat biologieles aan de hand van de gevangen exemplaren.
De les werd echter bruusk onderbroken toen het er plots heftig aan toe ging op zee: iemand werd tegen de grond gekwakt, het water gulpte het dek op en iedereen probeerde ongeschonden binnen te geraken.
De kapitein loodste ons terug naar rustiger wateren en er werd nog wat gevist. Het kajakken werd helaas overgeslagen: ik was de enige die eventueel wou. Enerzijds lag dat aan de leeftijd van de medepassagiers (denk ik) anderzijds aan het feit dat het ondertussen aan het regenen was.
Het avondmaal werd laat opgediend. Ons Fien was ondertussen pompaf en ging vlot slapen tijdens het eten. Onze Lander heeft het einde van de maaltijd gehaald en ging toen slapen als een mak lammetje.
Wij bleven nog een tijdje lanterfanten en babbelen met de andere passagiers bij een tasje thee. Het was fijn internationaal gezelschap: Amerikanen, Canadezen, Britten en wij. De gesprekken waren uiteenlopend: van Trump over Brexit naar de kat van een van de koppels. Het kwam allemaal aan bod.
Plots ging iedereen slapen. Ik wou nog wat opblijven. Eigenlijk wou ik de sterrenhemel zien, maar het was snel duidelijk dat dat niet zou lukken: wolken en regen. Dan had ik graag de absolute duisternis ervaren op zo’n locatie. Om 23u ben ik ook maar naar mijn kajuit getrokken om daar de nacht gedeeltelijk slapeloos door te brengen: er raasden te veel gedachten en emoties door mijn hoofd.
Om 5u werd ik wakker van het schommelen van de boot. Om een of andere reden begon die plots heviger te schommelen en dat bleef zo. Even later stond de kapitein op en waren we alweer vertrokken. Na een decadent ontbijt met onder andere roerei met kreeft bracht de kapitein ons nog langs enkele plaatsjes om duimen vingers van af te likken. Ik kon er niet genoeg van krijgen. De lichtomstandigheden waren bijna ideaal en ook de wolken en bergtoppen werkten goed mee. Regen is misschien wel het ideale weer om Doubtful Sound te bewonderen.
Noot bij foto: Deze foto geeft een idee van de dimensies: het schip dat je ziet is een 3-master waar 70 man kan blijven slapen)
Rond 9u30 waren we opnieuw aan Deep Cove en konden we het busje in, de boot op en terug naar Manapouri. Heel moe en nog meer voldaan stapte we rond 12u terug onze vertrouwde mobilhome in. Voor ons zat de dag erop, want we waren veel te moe om nog iets te doen: iedereen had slaap nodig :-).
Eindresultaat: 713 foto’s op 1 etmaal. Daarvan vind je er hier 8. De rest mag je bij ons thuis eens komen bewonderen. Zeker de moeite, maar het toont nog niet de helft van de schoonheid. Dit is een absolute must do.
Nog een dag op verkenning in de Catlins. Het is ons ondertussen duidelijk: de Catlins vormen een gat van jewelste. Je hebt hier precies nergens GSM ontvangst. Het is alweer een tijdje geleden dat we dat nog hebben meegemaakt.
Vlak bij de camping zijn de ‘Cathedral Caves’ op een nabijgelegen strand. Deze kan je enkel bezoeken 2u rond laag tij, dus dat werd onze eerste stop vandaag. Eerst 20 minuten wandelen om op een magnifiek strand te komen. Iets verder zijn de Cathedral Caves. Wat een machtige grotten!
Ongelooflijk imposant. Het speciale aan deze grotten is dat ze ‘mechanisch’ gevormd zijn: door de zee die beukt op de rotsen en profiteert van een zwakheid daarin om zich een weg te banen. Ze zijn dus beperkt in lengte omdat de kracht van de zee verder van de kust afneemt. Hier wordt de maximale lengte van grot geschat op 150 meter. Momenteel is de ene 80 meter lang en de andere 120 meter. Het toffe is dat ze elkaar onderweg ergens zijn tegengekomen waardoor je van de ene naar de andere kan stappen. Het gevoel was werkelijk speciaal, zeker aangezien de verste grot gewoon ‘in de zee’ uitkomt. De kindjes vonden het geweldig!! De eerste uitstap was een geslaagde.
De 2de uitstap van de dag: de McClean Falls. De watervallen waren ronduit schitterend. Veel mooier dan die van gisteren.
Maar we hebben hier weer wel een dosis stress gekregen.
In de Catlins zijn alle zijwegen – en vaak ook de hoofdweg – onverharde wegen (Catlins == gat, weet je nog). De weg naar de watervallen ging nogal naar beneden. Op zich geen probleem, ware het niet dat ze hier net aan die onverharde weg aan het werken waren: ze hadden er een hele hoop losse grindstenen op gekapt. Naar beneden vormt dat allemaal geen probleem, maar we moesten natuurlijk ook nog terug naar boven. Herinner je je het verhaal van een maandje terug nog? Waar we met de mobilhome vast gereden waren op een berg en uiteindelijk teruggedraaid? Yep, dat was dit soort terrein…. Dus wij kregen het al wat benauwd op de heenweg.
De terugweg ging aanvankelijk goed, tot we plots om de bocht brede tegenliggers tegen kwamen. Wij moesten stoppen.
Zo lang je snelheid hebt, is het geen probleem. Maar nu moesten we terug op gang geraken… Je voelde de mobilhome slippen, maar hij kwam in beweging. Yes!!!
De laag stenen aan de linkerkant van de weg – waar wij hier verondersteld worden te rijden -, werd echter dikker en dikker. De mobilhome had er meer en meer problemen mee. Aan de rechterkant zag het er veel beter uit, dus de mobilhome daar naartoe gemaneuvreerd en maar hopen dat we nu geen tegenliggers meer tegenkomen.
Lap, daar had je er al een, druk gesticulerend dat ik aan de verkeerde kant aan’t rijden was. Wij deden hetzelfde om aan te geven dat we niet van plan waren van kant te veranderen. Jammer voor hen, maar dat hadden we niet gered. Stoppen moesten we helaas weer wel, daar was geen ontkomen aan.
De tegenligger reed ons ondertussen – wellicht zonder enige vorm van begrip – langs links voorbij. Wij proberen de mobilhome terug naar boven te krijgen. De wielen slipten wat, maar opnieuw kwam het gevaarte in beweging. Een paar meter verder waren we boven. Yes, we did it!!! Waren wij even blij zeg. De dag kon niet meer stuk.
Dat hadden ze hierboven gehoord en prompt verdween de zon en begon het te regenen. Tja, dat moesten we er maar bij nemen. De volgende stop – in de regen dus – was Curio Bay waar de resten van een versteend woud zij terug te vinden. Ook al zijn het maar de wortels en het begin van de stammen en ligt er hier en daar nog een boom languit geveld. Het is toch behoorlijk indrukwekkend vind ik. Bert denkt daar anders over.
De hemelsluizen zetten zich verder open. Wij waren ondertussen aan Slope Point. Het meest zuidelijke punt van Nieuw-Zeeland (als je Stewart Island – een mini eilandje onder het 2de eiland – even niet meetelt). Hier uitstappen is een absolute must: we moeten jullie toch bewijzen dat we echt wel heel Nieuw-Zeeland doorkruist hebben :-). We zijn dus (door)nat geworden voor een foto bij een bordje dat zegt dat dit het meest zuidelijke punt is. Maar het was wel leuk: plassen springen, schapen jagen en gekke bekken trekken voor de foto.
Daarna op naar Waipapa point, opnieuw een erg fotogenieke plaats compleet met vuurtoren, zeeleeuw, mooie kliffen, enz. De regen was gelukkig net iets minder, dus zijn we nog maar eens uitgestapt.
Ondertussen hebben we de Catlins verlaten en staan we op een mooi plaatsje in Fortrose uit te regenen, samen met vele anderen. Wat heb ik medelijden met de mensen die hier hun tentje hebben opgezet: ik heb onze buren al minstens 3 keer uit hun tent zien komen om de spankoorden nog iets strakker aan te spannen en de pieken nog net iets anders te zetten. De plas niet zo heel ver van hun tent neemt ook vervaarlijk grote proporties aan. Hij heeft nog 30 cm te gaan. Als dat maar goed afloopt. Morgen meer!
Alweer niet zo’n goed – zeg eigenlijk maar slechte – nacht voor Bert en ook de kindjes hebben niet lang geslapen. Als dat maar goed gaat vandaag.
Vandaag gaan we Otago Peninsula bezoeken. Hier leeft de enige Albatros kolonie op vast land, een paar kolonies van blauwe pinguïns, een paar van gele pinguïns en nog wat zeehonden en zeeleeuwen. Helaas kan je het meeste maar via een geboekte tour bezoeken. Daar hebben we nu even geen zin in. We hopen hier wel wat wandelingen te doen en – wie weet – misschien komen we er zo wel een paar tegen.
De hemelsluizen zijn hier echter open gezet, dus eerst even naar de winkel en dan rustig de middag afwachten (de kindjes slapen) iets eten en dan hopelijk op pad in betere weersomstandigheden.
Ons Fien was helaas met 2 verkeerde benen uit haar slaapje ontwaakt: geen huis mee te houden. Uiteindelijk besloten om ons Fien opnieuw te slapen te leggen en met onze Lander alleen te gaan wandelen. Bert zou dan bij Fien blijven.
Lander en ik hadden veel geluk: tussen 2 regenbuien door was het 1,5u prachtig weer in Sandfly bay.
Hoewel de naam niet veel goeds doet vermoeden – de sandflies zijn de pest van Nieuw-Zeeland – was het een prachtige baai die voor ons heel wat moois en enkele leuke verrassingen in petto had:
vlakbij het strand in de zee een geelogige pinguïn gespot. Prachtig beestje. Lijkt wel wat onhandig te zwemmen.
Aan het eind van de baai lagen massa’s zeehonden te luierikken. Hoewel ze open en bloot op de rotsen lagen, hadden we ze eerst nog niet eens gezien. Hoeveel tel jij er op deze foto? Tip: het zijn er echt wel meer dan 20!
En dan volgde het topmoment van de wandeling: enkele meters voor ons kwam er even een zeeleeuw zo maar uit het water flaneren. Hij bleef even op het zand staan rondkijken en ging dan het water terug in om in de zee te verdwijnen. Wat een beest!
Terug in de mobilhome had ons Fien er ondertussen wel zin in. We besloten een baai verder te rijden voor enkele korte wandelingen doorheen Sandymount Recreation reserve. Als het weer het toeliet tenminste, want ondertussen was het weer aan het regenen gegaan.
Zoals de naam ‘Sandymount’ al deed vermoeden, ging het om een berg(je) en dat leverde ons dan ook meteen fenomenale vergezichten op.
Opnieuw hadden we weer veel geluk: het was weer gestopt met regenen. Wij deden snel al onze spullen aan en gingen op pad.
De wandelingen waren absolute top, mede dankzij de regen die tijdelijk verstek liet gaan. Alleen op het einde moesten we het nog even op een lopen zetten naar de mobilhome toen de hemelsluizen weer wijd open gingen. Maar ons hoor je echt niet klagen.
Noot: Lopen naar de mobilhome om de regen voor te zijn. Gaan we het halen