Vanmorgen ben ik wakker geworden met een vervelend gevoel ter hoogte van de blaas. 10 minuutjes later begon heel mijn linkerzijde stevig pijn te doen. Een soort krampen. Ik kreeg het koud zweet en had het gevoel dat ik moest gaan overgeven. Op weg naar het toilet werd het enigszins beter, maar het bleef allemaal heel erg pijnlijk. Zoiets had ik nog nooit gevoeld. Ondertussen hadden we besloten onmiddellijk naar de dokter te rijden. Na een korte check bij de receptie van de camping, bleek het dat we beter naar het ziekenhuis zouden rijden. Bert rommelde alles bijeen, terwijl ik op het gras lag: liggen ging beter dan zitten of staan.

Toch nog een 2de keer naar dat toilet. Ik geraakte maar amper terug. Ik moest echt gaan liggen op de grond en wachten tot ik terug verder kon stappen. Tergen dat ik teruggepakte, was Bert klaar met de mobilhome. We konden op pad.

Ik wist niet hoe gaan zitten op die stoel, maar heb het toch een tijdje volgehouden. Tijdens de rit ben ik wel ergens op de grond gaan liggen. Toch handig zo’n mobilhome. De rit naar het ziekenhuis was niet lang, maar het leek toch eindeloos te duren. Bij de receptie van de spoed zag men wel dat het ernstig was. Toch nog even checken of ik wel verzekerd was… Terwijl ik op de grond lag, werd er een verpleegster/dokter gezocht. Ik moest in een rolstoel gaan zitten en werd – na wat vragen – in een apart kamertje onderzocht. Meest waarschijnlijke diagnose: een niersteen(tje). Erg pijnlijk, zo’n ding. Dat wist ik eigenlijk nog van vroeger: toen had ik onze pa al eens zien afzien van zo’n ding. Plots ging quasi alle pijn weg, en dat was het dan. Voor de zekerheid werden er nog een paar dingetjes onderzocht (urine, scan met een speciaal toestel) maar ik mocht terug vertrekken. Tegen 9u45 waren we alweer weg, mits betalen van 350 NZD. Dat deed ik met de glimlach. Ik was zo blij dat dat alles was en dat ik van die pijn vanaf was natuurlijk.

De rest van de dag was minder avontuurlijk: eerst even naar een speeltuin dat de kindjes wat konden lopen en ravotten. Dan naar het centrum van Whanganui voor enkele bezienswaardigheden (glasblazen, museum, tentoonstelling, …) en meteen ook op zoek naar andere sandalen voor Bert. Die zijn het wat aan het begeven. De kindjes hebben hun oren nog steeds niet helemaal teruggevonden, dus dat was allemaal best vermoeiend in deze stad. Dat was ook aan hen te merken, want op de terugweg vielen ze netjes in slaap. De rest van de namiddag was dus rustig voor ons.

Straks nog even gaan lopen, skypen met de juf Ria en de klasgenootjes, en dan zit er alweer een bewogen dag op.

Het avontuur gaat door. 🙂