Vandaag gaan we voor de wandeling naar Lake Marian, een gletsjermeer in een zongenaamde hangende vallei. 
Het blijkt opnieuw een pareltje, zowel de wandeling als het meer. 

 We starten de wandeling langs een bijzonder indrukwekkend ruige rivier. Het water stort zich in grote getale, onversuisd en vol overgave naar beneden ondanks de vele grote en kleine rotsblokken die haar de weg trachten te versperren. Het resultaat is een witte kolkende rivier die er uitziet alsof hij door een befaamd grafisch ontwerper is vorm gegeven.

kolkende rivier

Ook de rest van de wandeling naar lake Marian is om duimen en vingers van af te likken. Een fantastisch geklauter over rotsblokken, boomwortels en omgevallen bomen. Door bergriviertjes en – bij voorkeur rond – modderplekken.

En dat alles in de fantastische setting van een regenwoud. Ook onze Lander heeft er veel plezier aan beleefd. Ook ons Fien vond het superleuk, maar dat gaat net iets te traag vooruit om haar lang te laten klauteren en kleffere. Bovendien kon je niet met 2 naast elkaar lopen, dus is een handje geven echt wel moeilijk.

het betere klimwerk 1
het betere klimwerk 2
het betere klimwerk 3

En dan komen we aan het meer. Een appelblauwzeegroen pareltje tussen 2 vervaarlijk steile bergen, die eigenlijk meer geleken op torenhoge rotswanden. Een waterval klatert in het meer. 

een eerste glimp van Lake Marian

Normaal kan je vrij makkelijk rond het meer stappen, maar het meer stond nu zo hoog dat dat niet mogelijk bleek.
Hogerop zochten – en vonden – we een paadje dat ons verder langs het meer kon brengen met prachtige, rustgevende zichten op het meer.

Zelfs de kindjes werden er rustig van en hebben zeker 1 uur hier gespeeld. Eerst hoger op de helling met wat stenen. Later aan de voet van het meer, met hun voetjes in het water. 

voetjes in het meer

Prachtig om zien en voor ons was het genieten van de rust, de zon en de setting in zijn geheel.

Aan alle mooie liedjes komt een einde: ooit moet je terug vertrekken. Vrij laat op de middag zijn we aan de terugtocht begonnen. Dat zou nog een heus avontuur worden.

Ergens halverwege de afdaling hebben we nog een appeltje gegeten bij de ruige rivier. Onze Lander had al vaak mensen van de rivieren hier zien drinken en wou dat ook eens graag doen. Wij keken naar mekaar en dachten: waarom ook niet, we zitten tenslotte ver in een natuurpark, ver van vervuiling. Als je het water hier al niet meer kan drinken, waar ter wereld dan nog wel? En het is een unieke belevenis. Dus hebben we onze lege drinkbus gevuld met kristalhelder water uit de rivier en allemaal wat gedronken. Zalig lekker was het, en zalig fris.

Ook heel fijn om dat te kunnen doen.

Maar dat was nog niet het hele avontuur: toen besloten mijn voeten om hun grip op de rotsen te verliezen. Daar ging ik, fototoestel in de hand, plat op de grond. Auw. Een verdovende klap. Het leesdopje van mijn fototoestel vloog enkele meters ver na een klap tegen een rotsblok. 

Ik checkte snel mijn lens en fototoestel. Oef, alles leek nog ok. Kon ik toch nog die foto van onze Lander nemen die ik in gedachten had. Enkele foto’s later, keek ik ook eens naar mezelf. Oei, daar druppelde wat bloed. Waar komt dat vandaan? 

In mijn elleboog bleek een gat te zitten van ongeveer de grootte van onze Lander zijn pink en het leek ook wel vrij diep.  Er pruttelde wat bloed uit. Pruttelen was het juiste woord, want er stonden belletjes op. Gelukkig hebben we steeds wat verband en zo bij. Dokter Bert heeft het vuil er wat uitgehaald met een pincetje, boeltje ontsmet en een dikke plakker erop. We konden verder. 

In het begin voelde ik niet veel, maar nu – 2 dagen later – voel ik mijn elleboog erg goed. Eventjes maar niet te veel bewegen. Gaan lopen, wat ik ’s avonds typisch nog doe – zit er niet in.

Terug beneden gekomen, besloten we uiteindelijk naar dezelfde camping te rijden. Het was zo’n geweldige plaats en 4 dagen quasi zonder elektriciteit en GSM ontvangst, wanneer is de laatste keer dat je dat nog hebt meegemaakt? Nee, die kans konden we niet laten liggen.