Vanmorgen begonnen met een wandeling naar Fox Glacier – de gletsjer; niet het dorp. De wandeling was eigenlijk niet veel soeps. Je bleef ook ver onder de gletsjer, dus we hadden eigenlijk ook al betere views gehad.

he’s coming

Toch blijft het tempo waaraan de gletsjers smelten angstaanjagend indrukwekkend.

Daarna een een plaatsje gezocht om te lunchen. We zochten er eentje uit met een speeltuin zodat wij wat konden plannen. Want plots beseften we pas echt ten volle dat als we de mobilhome aan een deftige prijs willen proberen te verkopen, we heel dringend naar het noordeiland moesten terugkeren: bijnanal onze potentiële kopers zitten immers in de regio rond rotorua. 

Na de middag begonnen we dus aan een rush naar het Noordereiland en tegelijkertijd ook naar huis. Zo voelt het voor mij alleszins aan. Ik ben dan ook wat bedroefd, terwijl ik ongelooflijk geniet van de prachtige landschappen waar we doorvliegen. Het blijft onaards mooi. Jammer om achter te laten, maar eigenlijk ook te ruig, te hard om dagelijks in te leven. Dat is wel duidelijk. Hier hebben nooit veel mensen gewoond, nu nog steeds niet. En tussen Hokitika en Wanaka – over een afstand van 426 km (!) is er geen enkele deftige supermarkt. Dat alleen zegt al genoeg.

Eerste tussenstop tijdens de rush is dus Hokitika: daar woont een koppel dat mogelijks geïnteresseerd is. De vrouw – Sheryl – hebben we al eens ontmoet op een camping. Ze moet alleen haar man – Peter – nog overtuigen. Klein detail: die moet ook zijn vliegtuig nog verkopen; met dat geld zouden ze dan een mobilhome kopen. Tja, dit geven we niet veel kans.

Na een fruitstop en korte wandeling bij Lake Mahinapua – opnieuw een pareltje – komen we iets na 17u aan bij Sheryl en Peter. We worden met open armen ontvangen: dat is wel het minste wat je kan zeggen.

Lake Mahinapua
Lake Mahinapua 2

Zij gaan op vrijdagavond steeds iets drinken, maar we mogen onze mobilhome bij hen parkeren, een douchke pakken, hun keuken gebruiken, we krijgen groenten uit de tuin. Kortom: opperbeste Nieuw-Zeelandse gastvrijheid. Ze laten hun deur ondertussen open zodat we binnen kunnen, terwijl ze weg zijn.

Ik zie het nog niet te veel Belgen doen. Ik voel er me zelfs wat ongemakkelijk bij. Maar, ik moet het toegeven, het is zalig om gewoon in een echte Nieuw-Zeelandse wijk geparkeerd te staan. We maken het ons makkelijk, zetten ons tafeltje op hun gazon en eten lekker in het zonnetje. Eens de kindjes slapen – of beter gezegd – in bed liggen, maken we het ons gemakkelijk in diezelfde stoeltjes.

En dan worden Sheryl en Peter thuis gebracht door de taxi. Ze zetten zich er gezellig bij met een biertje en een Club Whisky en we hebben nog een supergezellige avond. We leren over het Nieuw-Zeeland van nu en van vroeger onder een prachtige sterrenhemel met vallende sterren. 

En dan is het tijd om te slapen. Morgen zullen we samen eens naar de mobilhome kijken.