Na een stevig ontbijt en een skype-sessie op pad naar Cape Palliser. De weg bracht ons eerst langs de bergen en bossen van Kaitoke Regional Park of – voor de LOTR fans – Rivendell en de Fords of Isen. Eerder waren we ook al langs River Anduin en de Isengard Gardens gepasseerd. Ik hoef je dus niet te vertellen dat dit een prachtige streek is. En de bergen zijn zoveel anders dan op het Zuidereiland.

Waar op het Zuidereiland de valleien plat en (heel) breed waren, zijn de valleien hier echt in V-vorm. Het resultaat daarvan is dat de weg niet beneden in de vallei ligt, maar langs de bergwand loopt waardoor er veel meer gekronkeld moet worden dan op het Zuidereiland. Hier was het voortdurend tegen 35 tot 50 km per uur; op het Zuidereiland kan je meestal 100 rijden met af en toe eens een bocht van 70 of 75 km per uur. Het maakt een verschil.

Na ongeveer een uurtje rijden, kwamen we aan bij onze eerste echte tussenstop: de Putangirua Pinnacles. Voor de LOTR fans: de Dimholt Road.

Wat een spektakel is dit. Na een korte wandeling komen we in een imposante vallei waarbij het lijkt alsof je door de ruïnes van een imposant kasteel en dito verdedigingsmuren en torens aan het lopen bent. We staan werkelijk met open mond te staren naar dit natuurwonder.

Dimholt road

Ook voor de kinderen was het een toppertje omdat de wandeling er naartoe langs – voor hen: door – een riviertje loopt. Ze hebben zich te pletter geamuseerd.

waterpret

Daarna op weg naar Cape Palliser: eerst met de mobilhome nog maar eens een ford door. Dat is al niet meer echt spannend om tot bij alweer een mooie vuurtoren met prachtige vergezichten te geraken. 

Cape Palliser

Ditmaal moeten we er wel 251 treden voor naar omhoog. Beide kindjes – yep, ook ons Fien – hebben die helemaal alleen naar boven en beneden gestapt. Toch een hele prestatie voor zo’n kleine beentjes.

een paar trapjes

En dan moest het mooiste nog komen. We waren er bijna voorbij gereden: een zeehonden kolonie. Ach, we hebben al zo veel zeehonden gezien, maar we zullen toch nog maar even stoppen. De kindjes zullen het wel leuk vinden.

We stapten hier tussen de rotsen en plots zaten we midden tussen de zeehonden. Aan alle kanten. Ze waren niet te tellen. Je moest opletten om er niet op te lopen. Volgens de Lonely Planet zouden er hier zo’n 250 zitten.

En wat vooral leuk was: boordevol zeehonden puppy’s. Echt tientallen. 

puppy’s

En ze waren super actief: er was een soort minipoeltje voor hen en ze waren massaal aan het zwemmen en spelen. Schitterend om te zien. Af en toe kwam er ook eentje nieuwsgierig kijken wat wij aan het doen waren.

De kindjes en ikzelf konden er niet genoeg van krijgen, maar na een hele poos, riep Bert ons tot de orde. Er moet nog wat gereden worden vandaag. Hij heeft gelijk. We zeiden ons prachtige vriendjes gedag en waren heel erg blij dat we toch gestopt waren.

Na nog een uurtje ‘karren’ zijn we vandaag tot Carterton geraakt. Morgen op naar Castle Point.