Zoals voorspeld: weg zomerse zon, dus ook wij hielden het voor bekeken in Ohope. We gaan voluit op ontdekking in een van de voor ons laatste onverkende stukjes Nieuw-Zeeland: Gisborne.

Voor ik je daar mee naartoe neem: had ik jullie al verteld dat we het Noordeiland heel wat minder indrukwekkend vinden sinds we van het Zuidereiland komen? Als je me op het Zuidereiland had gevraagd wat het mooiste is, zou ik gezegd hebben dat er niet heel veel verschil is tussen de 2. Maar nu we hier terug zijn, ervaar ik het helemaal anders. Ik denk dat het komt omdat de eerst overgang van Noord naar Zuid heel geleidelijk verlopen is. We zijn toegekomen in Picton waar de bergen en heuvels ongeveer even groot zijn als op het Noordeiland. Maar blijkbaar is dan alles heel geleidelijk aan groter en majestueuzer geworden. Dat is zo geleidelijk aan gegaan dat we het niet gemerkt hebben. Tot we plots op enkele dagen tijd van halverwege het Zuidereiland opnieuw naar het Noordereiland zijn gecrost. Wat een verschil. Wat een contrast. Wat heb ik de hoge bergen, de ongerepte subtropische wouden en de woeste kusten gemist.

Waarschijnlijk spelen hier nog andere zaken een rol: we hebben voornamelijk snelle wegen genomen, die zijn natuurlijk minder ongerept en proberen de bergen wat te vermijden natuurlijk. En bovendien zitten we met ons hoofd wel wat bij de verkoop van de mobilhome. Tot slot kan het ook nog aan de streek liggen. In Tongariro National Park hebben ze hier ook wel echte heuse bergen. Wie zal het zeggen. 

In elk geval, zijn we vandaag opnieuw door prachtige, ongerepte beboste heuvels gereden. Het deed mij bij momenten opnieuw denken aan de West kust van het Zuidereiland, maar de bergen waren net iets kleiner, de kusten iets minder ruig en er stonden meer huizen tussendoor. Nog altijd niet veel. Maar wel meer. Naarmate we verder reden werd de weg – hoewel geasfalteerd – eerst erg kronkeling, daarna hobbelig en nog verder zo bultig dat het onmogelijk was om hierop een deftige snelheid te rijden. Dit is absoluut de slechtste verharde weg waarop we in Nieuw-Zeeland al gereden hebben, uitgezonderd rond Kaikoura, maar daar was net een aardbeving gebeurd. Ik denk dan ook dat dis misschien een soort van achtergesteld gebied is. Er is hier ook niet zo veel toerisme. Je merkt het verschil.

Dit is ook het eerste gebied in Nieuw-Zeeland dat vol staat met mais. Tot hiertoe waren we dat gewas maar eens heel sporadisch tegengekomen. 

Maar nog eens: de SH35 is misschien niet de beste weg en het bulkt hier niet van de bezienswaardigheden, maar het is wel een heel erg mooie weg. We hebben genoten.

In Te Araroa, hebben we de kans om nog een omweggetje van 20 km onverharde weg te maken naar de vuurtoren van Cape East. We zijn benieuwd hoe de onverharde weg er hier uit ziet als de verharde weg eigenlijk al te wensen overlaat. We worden niet teleurgesteld: er staat meteen een bord dat aanmaant om extreem voorzichtig te zijn. De weg is smal, gaat vlak langs de zee over steile kliffen. Hier en daar zijn er al stukken weg naar beneden gevallen en opnieuw gerepareerd. Op sommige stukken is het onmogelijk om een tegenligger te passeren. Zelfs als de weg terug iets meer het binnenland in rijdt, lijkt hij vaak eerder op een pad bedoeld voor een 4×4. Gelukkig hadden we onze mobilhome al eens omgedoopt tot 4x4home. Met al onze ervaring, zijn we eigenlijk probleemloos tot bij de voet van berg geraakt waarop de vuurtoren is geposteerd. Nu moesten we enkel nog 750 trappen overwinnen. Zo gezegd, zo gedaan. Boven beloonden we onszelf met een appeltje en wachtte ons bovendien een fraai uitzicht.

fraai uitzicht

Terug beneden bleek het al bijna 17u. Hoog tijd om een camping te zoeken. De eerste echte camping had helaas belachelijk slechte commentaren en de volgende was nog eens 77 km verder. Te ver voor vandaag, dus besloten we op een prachtige staanplaats langs de onverharde weg te gaan staan. Wellicht voor de laatste keer staan we midden in de natuur. Tussen berg en zee op een soort heuvelachtige weide. Schitterend. Genieten!

Na het eten doen we nog een avondwandelingetje op het prachtige en ongerepte strand. Onze Lander neemt ook zijn fiets mee: hij wil nog eens fietsen op het strand. Waarom ook niet.

Het wordt een fijne wandeling. 

met de fiets op het strand
En … actie!!
wandelen

Helaas loopt ze wel in mineur af: plots – we zijn al op de terugweg – moet onze Lander superdringend naar het WC. Ondanks de eindspurt, halen we de mobilhome niet. Ik ga jullie de gore details besparen, maar tegen dat we aan de mobilhome waren, hadden we veel aantrek van vliegen en wachtte ons wel wat kuiswerk.

Dat zijn we nu – op ons stoeltje buiten met de ruisende zee op de achtergrond – met een glaasje wijn aan het doorspoelen. Schol!