Deze week moest ik nog een horde nemen: terug gaan werken. Ik werd er zondag zowaar weemoedig van en dacht nog een keertje terug aan de tijd in Nieuw-Zeeland.

Maandag begon dan de harde realiteit: opnieuw vroeg uit de veren, de auto in en naar Halle bollen. Ondanks de vakantie was het veel drukker op de weg dan ik verwacht had. Een pijnlijke vaststelling.

Op Colruyt zelf was het een zeer blij weerzien met mijn collega’s. Mijn team bleek ondertussen volledig vervangen: ik was meteen de ancien. De dag vloog voorbij en voor ik het wist, mocht ik terug in de file gaan staan naar huis. De kop is eraf.

Ook de andere dagen vlogen voorbij en al snel leek het alsof ik eigenlijk nooit was weggeweest: mijn bakje ligt boordevol werk.  Meer nog, ik ben al overboekt, want ik heb er nog een giga project bij gekregen. Werkzekerheid noemen ze dat. Zo lang ik de werkstress maar op Colruyt kan laten. 

Ik beleefde trouwens nog wel enkele moeilijke momenten toen ik op zoek ging naar een andere foto voor op mijn desktop. Windows leverde online enkele mooie foto’s van Nieuw-Zeeland. In het begin lukte me het echt niet om daar naar te kijken vanop het werk. Ik werd overspoeld door emoties wanneer ik naar mijn desktop keek. Ik heb hem dan maar weggehaald en later die week nog eens geprobeerd. Dat gaat al beter.

Wat ook serieus aanpassen is, is de tijd dat ik nog met de kindjes kan doorbrengen: ’s morgens zie ik ze helemaal niet en ’s avonds kunnen we nog samen eten en dan moeten ze alweer gaan slapen. Dat lijkt nu zo oneindig weinig tijd. Dat is ook zo, zeker als je komt van een tijd waar je ze alle dagen continu bij je hebt. Het zal wel weer wennen zekers.