Vandaag zouden we met de Waimarie op de Whanganui rivier gaan varen. Dat is een oude gerenoveerde rivier stoomboot aangedreven door 2 van die raderen, elk aan 1 kant van de boot. Leek ons wel leuk en bovendien zouden we dan toch nog een deeltje van de Whanganui rivier van dichtbij zien. Bij aankomst bleek hij helaas niet uit te varen vandaag om een duistere reden. Jammer.
Men verwees ons door naar een andere boot (geen stoomboot, ook wel een oude boot), maar ook die bleek niet uit te varen.
Dan zijn we – in druilerig en wisselvallig weer – maar doorgereden richting Wellington. ’s Middags nog wel even een stop gedaan aan een strand voor een lunch in de mobilhome en een natte strandwandeling.
Onderweg kon je trouwens duidelijk merken dat we op weg zijn naar iets groots: meer en meer verkeer, snellere opeenvolging van dorpen/steden die steeds groter worden, de prijzen van de diesel die duurder worden.
Iets voor Wellington op een camping gaan staan, nog wat gespeeld in de druilerige regen en morgen op naar Wellington. Als alles goed gaat, vertrekken we dan op zondag naar het zuidereiland. Dan zou het mooi weer zijn en niet te winderig. Ideaal om de oversteek te maken.
Vanmorgen ben ik wakker geworden met een vervelend gevoel ter hoogte van de blaas. 10 minuutjes later begon heel mijn linkerzijde stevig pijn te doen. Een soort krampen. Ik kreeg het koud zweet en had het gevoel dat ik moest gaan overgeven. Op weg naar het toilet werd het enigszins beter, maar het bleef allemaal heel erg pijnlijk. Zoiets had ik nog nooit gevoeld. Ondertussen hadden we besloten onmiddellijk naar de dokter te rijden. Na een korte check bij de receptie van de camping, bleek het dat we beter naar het ziekenhuis zouden rijden. Bert rommelde alles bijeen, terwijl ik op het gras lag: liggen ging beter dan zitten of staan.
Toch nog een 2de keer naar dat toilet. Ik geraakte maar amper terug. Ik moest echt gaan liggen op de grond en wachten tot ik terug verder kon stappen. Tergen dat ik teruggepakte, was Bert klaar met de mobilhome. We konden op pad.
Ik wist niet hoe gaan zitten op die stoel, maar heb het toch een tijdje volgehouden. Tijdens de rit ben ik wel ergens op de grond gaan liggen. Toch handig zo’n mobilhome. De rit naar het ziekenhuis was niet lang, maar het leek toch eindeloos te duren. Bij de receptie van de spoed zag men wel dat het ernstig was. Toch nog even checken of ik wel verzekerd was… Terwijl ik op de grond lag, werd er een verpleegster/dokter gezocht. Ik moest in een rolstoel gaan zitten en werd – na wat vragen – in een apart kamertje onderzocht. Meest waarschijnlijke diagnose: een niersteen(tje). Erg pijnlijk, zo’n ding. Dat wist ik eigenlijk nog van vroeger: toen had ik onze pa al eens zien afzien van zo’n ding. Plots ging quasi alle pijn weg, en dat was het dan. Voor de zekerheid werden er nog een paar dingetjes onderzocht (urine, scan met een speciaal toestel) maar ik mocht terug vertrekken. Tegen 9u45 waren we alweer weg, mits betalen van 350 NZD. Dat deed ik met de glimlach. Ik was zo blij dat dat alles was en dat ik van die pijn vanaf was natuurlijk.
De rest van de dag was minder avontuurlijk: eerst even naar een speeltuin dat de kindjes wat konden lopen en ravotten. Dan naar het centrum van Whanganui voor enkele bezienswaardigheden (glasblazen, museum, tentoonstelling, …) en meteen ook op zoek naar andere sandalen voor Bert. Die zijn het wat aan het begeven. De kindjes hebben hun oren nog steeds niet helemaal teruggevonden, dus dat was allemaal best vermoeiend in deze stad. Dat was ook aan hen te merken, want op de terugweg vielen ze netjes in slaap. De rest van de namiddag was dus rustig voor ons.
Straks nog even gaan lopen, skypen met de juf Ria en de klasgenootjes, en dan zit er alweer een bewogen dag op.
Sinterklaas is geweest!!!! De kindjes waren dus supervroeg wakker. We zijn nu een spiderman en een megamindy rijker. En heel wat oortjes armer precies: er was geen huis mee te houden en luisteren zat er echt niet in. Helaas voor de rest van de dag.
Om 9u bij de garage bleken de juiste remblokken te zijn toegekomen. Tot daar alles goed. Alleen bleek bij een pandcontrole dat er een bubbeltje zat op 1 van onze achterbanden. Gevolg: onmiddellijk te vervangen. Na veel rondbellen, stuurde de garage ons daarvoor terug naar Tamaurunui. Daar zouden ze zo nog 1 band hebben liggen.
Wij terug en ja hoor: nog 1tje. Verder zou die niet meer te verkrijgen zijn. Na overleg besloten wij echter meteen al onze banden te vervangen. Dat maakte een en ander in de toekomst eenvoudiger en bovendien waren onze voorbanden toch versleten. Met een ervan zouden we sowieso niet meer door te keuring geraken. Veiligheid voor alles, nietwaar.
Kort na de middag konden we dan eindelijk op weg naar Whanganui. We kozen meteen weer een mini / kronkelweggetje (de Whanganui road) uit om onze spiksplinternieuwe banden en remblokjes goed te testen.
Het was een fantastisch mooie weg. Wat vooral opviel is dat de heuvels waar we vroeger langs reden, hier stilletjesaan bergen beginnen te worden. Ook de ravijnen langs de weg worden dus een stuk dieper en vervaarlijker.
Het testen van onze nieuwe uitrusting is dus zeer goed gelukt. Bovendien was de weg over het algemeen in zeer slechte staat. Op 1 stukje weg hij zelfs maar om de 2u voor een half uurtje opengesteld owv dringende wegwerkzaamheden. Dat zorgde meteen ook voor de nodige stress: als we dat kleine interval niet haalden was het de ganse weg terug of 2 uur wachten.
Na een vermoeiende rit – de kindjes weet je wel – hebben we een mooie camping in Whanganui gevonden. Vlak bij het strand. Daar hebben we nog een verfrissende en zeer mooie strandwandeling gemaakt, de kindjes gedoucht en laten eten en snel het bed in gestoken.
Daarna nog voor ons gekookt en ook wij op tijd gaan slapen om te bekomen van een vermoeiende dag. Hopelijk hebben we het nu ongeveer gehad met de mobilhome. Of zijn er nog dingen die kunnen verslijten?
Vanmorgen om 9u hebben we een afspraak bij de garage om de nieuwe remblokjes te installeren. We waren er op tijd, de remblokjes waren toegekomen. Happy happy, joy joy.
Wij gingen gezellig een koffietjes drinken in het cafeetje naast de garage. Over een uurtje konden we de mobilhome terug meenemen.
Helaas. Het bleken de verkeerde remblokjes. De nieuwe zijn ondertussen besteld, maar zullen morgenvroeg pas toekomen. Laat ons hopen dat het dan wel raak is.
De rest van de dag hebben we gevuld met inkopen doen: de supermarkt, onze eerste gasfles laten vullen, een nieuwe plunger kopen, langs de apotheek, … . Dingen genoeg te doen.
Daarna terug naar dezelfde camping en nog een namiddagje in de zon spelen. En natuurlijk ook voorbereiden voor en toeleven naar Sinterklaas. Erg spannend!! Zou die ook Nieuw-Zeeland weten te vinden?
Vandaag gewoon op onze camping blijven hangen. ’t Is te zeggen: ik ben met onze Lander een wandeling gaan maken en Bert is met ons Fien op de camping gebleven. Boekje lezen, in een stoeltje zitten, wat was doen, … Je weet wel.
De wandeling stelde niet veel voor; was eigenlijk zelfs vrij lelijk, maar al bij al was het wel leuk.
Onze Lander en ik hadden ’s middags eerst onze boterhammetjes opgegeten bij een mooi plaatsje aan de rivier. Daarna hebben we er een tijdje gespeeld in het water alvorens de terugtocht aan te vatten. Heel leuk en gezellig.
Daarna op de camping nog leuk gespeeld met de kindjes en dag zat er alweer op.
Nog een wandeling van 6,5 km gemaakt in Tongariro national Park. Ditmaal met de kindjes. We hebben gekozen voor de Taranaki Falls Track. Een wandeling naar de hoogste waterval van het Tongariro National Park. Het was opnieuw een erg mooie en afwisselende wandeling met op de achtergrond mijn goede vriend mount Ngauruhoe in de wolken gehuld.
Die berg heeft zo veel indruk op mij gemaakt dat ik een beetje triestig word bij de gedachte hier te vertrekken. Maar dat is wel wat we straks zullen doen.
Ondertussen wandelen de kindjes fantastisch. Ook ons Fien heeft tussen de 3 en 4 km gestapt en gelopen. En dat allemaal toch op een redelijk tempo.
Uiteindelijk hebben we een 3-tal uur over de wandeling gedaan, inclusief stop bij de waterval om een appeltje en banaan te eten (en wat fotootjes te maken natuurlijk).
Eens terug aan de mobilhome in de plaatselijke speeltuin gepicknickt met Mount Ngauruhoe nog steeds op de achtergrond. We hadden geluk: hij liet zich nog eenmaal in volle glorie bewonderen, al was het om afscheid te nemen.
Mij heeft hij er alvast erg blij mee gemaakt. Daarna de mobilhome in richting Tamaraunui, dichter bij de garage en vooral: op naar 23 graden en volle zon, want hierboven is het toch echt wel beduidend frisser.
De namiddag hebben we gewoon van het zonnetje genoten op een prachtige camping. Uiteraard bij wat ‘karweitjes’ zoals wassen, wat kleine reparaties, enz.
Ik heb alvast een ongelooflijk slechte nacht achter de rug: geen oog dicht gedaan. Minstens gedeeltelijk te wijten aan spanning / zenuwen. Het was wachten tot ik mocht opstaan. Eindelijk! En al erg vermoeid.
Na een snel ontbijt dat ik de dag tevoren al had klaargezet, samen met 35 anderen de bus op. En dat is nog maar 1 bus van 1 dorpje. Moet je niet vragen hoeveel volk die wandeling doet…
Tegen 8u werden we gelost aan de start. Het was een af- en aanrijden van busjes, en bovendien stonden er stonden al een massa auto’s geparkeerd. Ik zou zeker niet alleen zijn vandaag.
En helaas, het zag er nog vrij bewolkt uit. Dat zou best veranderen anders ga ik boven niet veel zien.
Nu was het in elk geval al supermooi en zorgden de mistige wolken, het zonnetje dat af en toe kwam piepen, in combinatie met de dauw in de lage rossige vegetatie voor prachtige en sfeervolle landschappen. Het fototoestel had werk te doen.
Gaandeweg kwamen we dichter bij Mount Ngauruhoe – vulkaan klinkt te weinig respectvol – maar hij liet zich niet zien. Wel voelen, want na de ‘soda springs’ begon de eerste echte beklimming. Af en toe achterom kijken, zorgde alvast voor prachtige vergezichten.
Eens boven, was er de splitsing om eventueel als extraatje naar de top van Mount Ngauruhoe te stappen. Dat had evenwel weinig zin met dit weer – je kon toch niets zien op de top – en bovendien is dat pad niet aangegeven en zou het ronduit gevaarlijk zijn. Dat lieten we dus links liggen en ik volgde het pad door een immense vlakte omgeven door heuvelrugjes aan alle kanten. Het leek wel alsof je in een immense krater aan het stappen bent.
In het begin was het er nog zonnig en leuk om door te wandelen, maar ongeveer halverwege verdween het zonnetje volledig en kwam er een hele felle wind opzetten. De temperatuur zakte plots serieus en iedereen begon zich stevig in te duffelen. Het was hier ronduit koud. Op het einde van de de krater moesten we nog hoger klimmen en daarboven had de wind helemaal vrij spel.
De wind had duidelijk de intentie mij – en met mij vele anderen – weg te blazen. En als dat niet zou lukken, toch minstens mijn broek. Ik had het gevoel dat ik ze zo zou kunnen verliezen. Ook mijn handen waren ondertussen bevroren. Net toen ik boven kwam, was er nog net een klein beetje zicht op het maanlandschap beneden – fenomenaal – maar na enkele minuten was het volledig verdwenen en zag ik nauwelijks nog enkele meters voor mijn ogen.
Een beetje verder was de splitsing naar de top van de Tongariro. Die had ik heel graag gedaan, maar opnieuw: het heeft geen zin als je geen hand voor je ogen kan zien. 15 tot 20 minuten gewacht in erg gure omstandigheden gewacht, in de hoop dat de wolken zouden opklaren. Ze hadden per slot van rekening een mooie dag voorspeld voor vandaag. Mijn handen deden ondertussen echt pijn, dus toch die handschoenen maar boven gehaald: dat zou het foto’s maken verder bemoeilijken, maar eigenlijk was er nu toch niets te zien.
Het leek er niet beter op te worden, dus toch maar besloten om verder te gaan. Wat ik gezien had tot hiertoe was bij het mooiste dat ik ooit heb mogen ervaren en normaal gezien zou het mooiste er net nu aankomen: de red crater en het zicht op Emerald lakes en Blue lake. Heel, heel erg jammer.
Nu volgde een afdaling in een dikke zwarte laag los zand – of beter gezegd: as van de vulkaan – en bezaaid met al even loszittende stenen. Rechts zag ik wat mensen aan de kant zitten, ook al was er niets te zien met de mist.
Daar toch wat getalmd en – tiens – zag ik daar nu geen contouren van iets door de dikke mist? Toch maar eens fototoestel boven halen en de sfeer proberen vast te leggen.
Jammer, het is alweer weg. Ah nee, daar is het terug, iets duidelijker zelfs. Ach nee, toch weer weg. De hoop flakkerde weer ietsje op. Ik zette mij opnieuw aan de kant – de wind was hier veel minder fel. En dan het absolute topmoment van de wandeling.
35376
De wolken waren even weg. En wat een zicht!! In het geelrode zand zag je 3 meertjes met schitterend blauwgroen water. Er ontglipte mij een kleine kreet van verwondering. En niet alleen bij mij: ook rond mij hoorde ik gedempte ooohhs en aaaahhs. Machtig mooi. Maar daar waren de wolken weer. Jammer. Maar dit had ik dan toch gehad.
En toen geschiedde het wonder. Heel plotseling waren alle wolken weg, konden we met volle teugen genieten van deze kleurenpracht en bovendien van een zicht over de ganse vallei aan de ene kant en een grote vulkaanvlakte aan de andere kant. Ik hoef je niet vertellen dat ik hier een hele tijd ben blijven zitten. Hoe lang precies weet ik niet. Ik weet wel dat ik er ongelooflijk van genoten heb. In mijn eentje tussen velen.
De rest van de wandeling verliep verder in werkelijk schitterend weer en was uiteraard ook nog heel erg mooi met schitterende vergezichten over de volledige omstreken en het prachtige Lake Taupo. Maar het kon de vergelijking met het eerder beschreven zicht niet evenaren of doorstaan. In geen geval.
In elk geval raad ik aan om de Tongariro Alpine Crossing te komen wandelen in Nieuw-Zeeland. Doen!!!
P.S. Tijdens de busrit terug naar de camping, heeft hij zich laten zien in zijn volle glorie. Mount Ngauruhoe. Wat een berg! Wat een macht! Wat een geluk!
P.P.S. Bert is vandaag met de mobilhome naar de garage gereden: onze remblokjes zijn helemaal op. Er moeten nieuwe op. Maandag om 9u kan dat gebeuren. We kregen ook het advies om niet meer te remmen…..
Vandaag dus gesplitst: Bert was extra vroeg de veren uit voor de Tongariro Alpine Crossing, ikzelf ben met de kindjes 2 stoeltjesliften op geweest tot een hoogte van iets meer dan 2000m op de Ruaphepu vulkaan. Daar hebben we wat in de sneeuw gespeeld, rondgehangen, kleine heuveltjes beklommen, een koffie/cola gedronken en veeeeeeel naar het WC geweest. Ik vraag mij af wat ze zo leuk vonden aan dat WC.
Toen ik met de mobilhome en de kindjes terug naar de camping reed, hoorde ik een verdacht geluid wanneer ik remde. Ik ben even gestopt en gekeken: er hangt daaronder iets los. Het lijkt een soort beschermingskap. Wanneer ik het terugduwde, was het lawaai zowat weg. Ik denk dat we best nog eens lang een garage passeren. Normaal zal Bert dat morgen doen.
Toen Bert terug was – bij de eerste groep nota bene – was hij erg lovend over de 23 km wandeling die hij erop had zitten. 23 km, want hij had er zelfs nog een extra beklimming bij gedaan. Helaas waren er wolken tegen dat hij boven was. Erg jammer. Hopelijk heb ik morgen meer geluk.
Ah ja, nog iets voor de LOTR fans en Gunther in het bijzonder: hier zijn hele stukken van de Lord Of The Rings (LOTR) gefilmd:
’The black gate of Mordor’
de plaats waar Frodo en Sam, Gollum voor het eerst ontmoetten
en natuurlijk Mount Ngauruhoe heeft model gestaan voor Mount Doom
Vandaag een primeur: wij hebben de kindjes wakker gemaakt. Om 8u00 waren ze nog steeds aan het slapen. Zou de wandeling van gisteren dan toch vermoeiende geweest zijn?
Na een ontbijt en wat skypen ondertussen, zijn we nog verder naar het Noorden gekropen om de regen te ontwijken. We zijn helemaal tot in Taupo zelf gereden. Hier was gedurende de namiddag slechts 40% kans op regen. Afhankelijk van het weer zouden we ofwel naar de Huka falls gaan en daar een wandeling doen, ofwel naar een vulkanisch activiteitencentrum waar binnen wat interessante dingen te zien zouden zijn voor kinderen.
Uiteindelijk is het het eerste geworden en da’s maar goed ook, want het was een heel erg mooie wandeling langs de Waikato rivier tot aan de Huka falls.
Die Huka falls was trouwens de meest drukke en toeristische attractie die we al gezien hadden: er liep hier echt wel continu een hele hoop volk rond. Ook de zogenoemde hoge hakken toeristen die geplaveide paadjes verwachten naar mooie natuurfenomenen waren hier in grote getale present, inclusief zondagse pronksjacoche.
Op de wandeling zelf was het gelukkig een heel pak minder druk.
Daarna helemaal afgezakt naar Tongariro National Park. Het weer zou morgen en overmorgen goed zijn en we kunnen de Tongariro Alpine Crossing wandelen. ’t Is te zeggen: morgen Bert en overmorgen ikzelf, want deze wandeling is niet meteen iets voor kindjes. Nu zou je het alleszins niet zeggen: ’t is hier ongelooflijk mistroostig en fris/koud weer. We zijn precies terug in Belgie. In elk geval zijn we niet de enigen die erop hopen de wandeling morgen te kunnen doen: de camping is volle bak. Hopelijk een goed nachtje slapen en daar gaat Bert dan :-).
Allemaal heerlijk geslapen. Lekker ontbeten en dan op stap voor de Tongariro river walk.
Om eerlijk te zijn: wat een tegenvaller! Een geweldig saaie wandeling, voor een heel deel dicht langs een grote, vrij drukke weg. Niet dat er echt niets te zien was, maar toch niet veel. Gelukkig was er na ongeveer 5 km het nationaal forellen centrum. Dat was nog een leuke tussenstop waar we een en ander hebben opgestoken, maar voor de rest was het helaas veel aftellen naar het einde. Gelukkig konden we de wandeling ook inkorten en na ongeveer 10 km hebben we er de brui aangegeven bij een leuke speeltuin voor de kinderen.
’s Avonds nog bij een lokale fish and chips / hamburgertent binnen geweest en onze dag zat er alweer op. Op naar de volgende.