Vandaag goed op tijd opstaan, want we gaan een tripje maken met een heuse stoomboot naar een schapenboerderij (Walters Peak Farm). Dat klonk ons in de oren als een top activiteit voor de kindjes. En dat was het ook. Maar ook voor ons was de trip top.
De stoomboot – om te beginnen – was prachtig opgemaakt.
En wat meer was: ze hadden de machinekamer open gemaakt zodat je kon zien wat er gebeurde: van het opgooien van de steenkool, tot en met alle hydraulische elementen die de boot in beweging moesten brengen. Schitterend. Je zag 3 tot 4 mensen continu bezig met draaien aan wieltjes, olie bijgieten, steenkool bijdoen, enz. Werkelijk indrukwekkend. Het geeft je een idee van wat een onderneming reizen vroeger wel niet was. Op een dag verbruikt dit ‘beest’ ook 30 liter olie en bovendien heeft het 1 ton (!) steenkool nodig om 1 uurtje te varen aan volle kracht. Erg ecologisch zal onze trip over het meer niet geweest zijn…
Ook de schepenboerderij was prachtig. Eerst kregen we een demonstratie schapen scheren – met bijhorende uitleg. Dat was alvast mooi om zien. Het schaap – feitelijk een lam – was verlamd van de angst en liet alles goed doen. Waar zou dat woord ‘verlamd’ toch vandaan komen?
Daarna een demonstratie van wat herdershonden zoal kunnen en hoe die de schapen krijgen waar je ze hebben wil. Imposant. De herder hoeft werkelijk niets te doen, behalve wat commando’s geven aan enkele honden. Die verzamelen eerst alle schapen en drijven ze vervolgens in de juiste richting. Wat een kunde!
Vervolgens was het tijd voor thee en dan mochten we de dieren nog eten geven. Ze hadden herten, prachtige schapen, een fantastisch ras koe (zie ook foto) en alpaca’s.
Herinner je je trouwens nog die blog-post waar ik een foto van enkele prachtige schapen gepost heb (bij lake Tekapo)? Ik heb vandaag geleerd dat dat Merino schapen zijn. Zeg nu nog eens dat ik geen smaak heb? 😉
Dan was het alweer tijd voor de terugtocht. Nog eens drie kwartier op de stoomboot. Alles bij elkaar een hele mooie en leerrijke uitstap.
Ondertussen was het weer spijtig genoeg drastisch veranderd van zon naar regen.
Dus besloten we – na een tussenstop in de Mc Donalds – ons haar nog eens te laten knippen. Na een kort kapperbezoek besloten we verder te rijden naar Wanaka omdat het daar beter weer zou zijn. We moeten nog wel eens terugkomen naar Queenstown en Glenorchy om wat te wandelen, want op dat vlak hebben we hier nog niets gedaan.
De tocht naar Wanaka was prachtig, ondanks het druilerige weer. Met momenten zagen we niet veel, maar plots konden we toch weer een glimp opvangen van de bergenpracht waar we aan het doorrijden waren. Het houdt hier maar niet op.
Volgens Lonely Planet is Wanaka een Queenstown in wording en bovendien kan de Lonely Planet maar niet beslissen welke setting de mooiste is. Wij hebben al beslist: Wanaka! Zonder twijfel. Ik ben hier even gaan lopen na het eten. Wat ik gezien heb – sorry, ik heb nog geen foto’s – is gewoonweg verbluffend. Ik kijk ernaar uit om hier te gaan wandelen.
De dag gestart met Skypen en een gezellige babbel op de camping met een Canadees koppel dat nu in Nederland werkt. Het zoontje speelt met onze Lander. Als we terug in België zijn, komen ze een keertje frietjes eten. Ze wonen in Rotterdam. da’s uiteindelijk vlakbij als we vergelijken met de afstanden die we hier doen of die zij gewoon zijn van in Canada. 😊
Daarna wat rondgehangen in Arrowtown. Hoewel het er ongelooflijk authentiek uit ziet, is dit niet nieuw-zeeland.
Bij ons wringt het aan alle kanten, al is het natuurlijk een supergezellig stadje om door te wandelen. Vergelijk het gerust met Disneyland of zo. We stellen ons voor dat je een busreis van 2 weken door nieuw-zeeland doet, allemaal langs dit soort stadjes. Wat een fout of minstens ander beeld heb je dan van dit prachtige land.
Misschien komt de beste omschrijving nog van onze Canadese vrienden: ik houd zo van nieuw-zeeland omdat alles hier zo makkelijk is. Ik begrijp wat hij bedoelt. Ze maken zich hier niet zo makkelijk druk om iets en maken zelden ergens een probleem van: met de botten naar de supermarkt? Geen probleem. Op de blote voeten naar de supermarkt? Geen probleem. En ga zo maar door. Het zijn maar enkele voorbeelden.
Soit. Het mag dan misschien niet ons beeld zijn, maar de setting is alleszins fantastisch. Hier hebben we uiteindelijk van geprofiteerd om te picknicken bij de rivier.
Daarna zouden we een eerste bezoekje aan queenstown gaan brengen.
Queenstown is nog een heel pak toeristischer: elke vierkante meter wordt benut om een hotel of appartement neer te poten. Al bij al blijft het gezellig toeristisch en – het moet gezegd – de vergezichten hier zijn gewoon fenomenaal: gelegen op de voet van een berg, aan een gigantisch meer (wakatipu) met aan de overzijde prachtige bergen. Eigenlijk zelfs meer een bergketen dan gewoon bergen. Geweldig zicht.
Een half uurtje rijden van queenstown, nog altijd langs datzelfde meer, heb je gelukkig dezelfde vergezichten, maar dan veel en veel rustiger. Daar hebben wij een plaatsje gevonden om te staan vannacht.
De kindjes zitten ondertussen bed, afwAsje gedaan en nu een boekje lezen en wat blog schrijven aan de rand van dat meer met dat zicht op die bergen.
Jaloers? We moeten er wel iets voor opgeven: geen gsm ontvangst hier. Jammer toch! 😉
Vandaag is een beetje een rondhang dagje en rijdagje geweest. Eerst nog wat rondgehangen in Te Anau. Je weet wel, winkelen, tanken, bandenspanning controleren, kapper zoeken, speeltuintje, ….
Na de middag zijn we dan vertrokken richting Queenstown. De rit op zich was opnieuw prachtig: terwijl we wegreden van Te Anau werden de bergjes wat kleiner en vlakker, maar naarmate we dichter bij Queenstown kwamen, werden ze opnieuw groter en dramatischer. Hieronder het eerste zicht op Queenstown. Meteen ook de enige foto die ik vandaag heb gemaakt :-).
De campings bij Queenstown zijn veel te duur: rond de 90 dollar voor 1 nachtje, dus besloten we tot in Arrowtown te rijden. Ook dit dorpje is ondertussen supertoeristisch en dat merken we aan de prijs van de camping: ook hier betalen we al 60 dollar om een nachtje weggestopt te worden als sardines in een doosje. Het voelt echt zo aan: de plaatsen zijn hier nauwelijks breder dan een auto. Voorlopig laten ze wel telkens 1 plaats open, maar zelfs dan voelt het niet fijn.
De ‘scenery’ mag er dan weer wel zijn: we zitten tussen de bergen, waar je maar kijkt. Dat is alvast prachtig. Onze Lander heeft hier ook een leeftijdsgenootje gevonden dat ook Nederlands spreekt. Ook dat is geweldig.
Ik ben trouwens ook terug gaan lopen vandaag: mijn elleboog bonkt niet meer als ik een stukje loop. Dat is een fijn gevoel. Ik was trouwens niet van plan ver te lopen, maar het was hier zo mooi dat ik de kilometers eventjes uit het oog ben verloren. Ik was op de Queenstown trail verzeild geraakt. Dat is een fietsroute die hier onder andere door een ongelooflijk golfterrein loopt. Dat moet zowat het mooiste golfterrein zijn dat er op de wereld bestaat. Alleszins het mooiste dat ik ooit gezien heb. Golf lijkt hier trouwens een erg populaire sport: elk zichzelf respecterend (boere)gat heeft hier wel zijn golfterrein. Ik vermoed dat Nieuw-Zeeland zo ongeveer het mekka voor de golfsport moet zijn. Klopt dat nonkel Marcel? Ik kan het in elk geval aanraden. Zeker hier bij Arrowtown.
Voor we terug naar de echte bewoonde wereld zouden rijden, willen we eerst graag nog een stukje van de Hollyford Track wandelen. Eigenlijk waren we aan’t bekijken of we hiervan geen meerdaagse tocht met de kindjes konden maken. Helaas ligt de Albaster hut in uren wel bereikbaar (5u stappen), maar de afstand – 19 km – lijkt ons net iets te hoog gegrepen. Een dagtocht van 19 km lukt misschien nog wel, maar ’s anderendaags nog eens terug. Nee, dat is te veel van het goede.
Een dagtocht dus. En wat voor een! Typisch verleggen rivier zich traag en merk je daar niet zo veel van. Niet in deze vallei. Hier hebben we de veranderende natuur echt goed kunnen ervaren.
Het begon allemaal met een brug over een – op dit ogenblik volledig droog – riviertje. Het ene eind lag nog netjes op het pad, het andere einde zweefde in het niets: enkele meters pad was gewoon helemaal weggevaagd, de brug hield echter koppig stand. Pad of geen pad.
Een beetje verder had een rivier – nee, geen beekje – zich volledig verlegd: er lag een brug over waar de rivier niet zo lang geleden nog gestroomd had. De rivier stroomde daar nu naast en zelfs gedeeltelijk over de brug.
We hadden wat moeite om er droog over te geraken, maar met wat stokken als hulpmiddel en Lander die als een aapje aan je nek hangt, lukte het toch. Leve het avontuur.
Een beetje verder had een ander riviertje zich ook verlegd. Er was geen brug. Wij konden er net over springen, maar voor onze Lander was dat niet mogelijk. We wilden hem doorgeven van de ene naar de andere kant, maar daarvoor was de afstand te groot. Uiteindelijk besloten we om hem over te gooien: Bert stond aan de ene kant met onze Lander in zijn handen, ik stond aan de andere kant – Fien op de rug – om hem aan te pakken. Falen is geen optie: enerzijds te pijnlijk voor onze Lander, en anderzijds ook heel erg nat.
Check! Gelukt! Straks moesten we nog terug :-).
Ook de rest van de wandeling was indrukwekkend en toonde vele taferelen van een landschap dat erg in beweging is: rivierbeddingen die al een tijdje droog moesten liggen, want ondertussen begroeid met mos en planten, stukken paadje die waren weggespoeld, een brug die erg had geleden onder watergeweld, enz. Nog nooit heb ik dat gevoel ergens kunnen ervaren. Hier wel.
Ook onze picknickplaats – aan de oever van een brede rivier – was top, op de regen en de sandflies na.
Daarna vatten we de terugweg aan.
Terug bij de mobilhome was het tijd voor de bewoonde wereld: voor een laatste keer reden we de onverharde Lower Hollyford road af. Ditmaal helemaal tot aan de Milford Highway. De weg was nog steeds fantastisch en we – of beter ik – namen nog de tijd voor enkele tussenstops:
Knobs Flat
The Mirror Lakes
Eglinton Valley
Terug in Te Anau stroomden de mailtjes binnen: 50 mails te verwerken. Welcome back!
Vandaag gaan we voor de wandeling naar Lake Marian, een gletsjermeer in een zongenaamde hangende vallei. Het blijkt opnieuw een pareltje, zowel de wandeling als het meer.
We starten de wandeling langs een bijzonder indrukwekkend ruige rivier. Het water stort zich in grote getale, onversuisd en vol overgave naar beneden ondanks de vele grote en kleine rotsblokken die haar de weg trachten te versperren. Het resultaat is een witte kolkende rivier die er uitziet alsof hij door een befaamd grafisch ontwerper is vorm gegeven.
Ook de rest van de wandeling naar lake Marian is om duimen en vingers van af te likken. Een fantastisch geklauter over rotsblokken, boomwortels en omgevallen bomen. Door bergriviertjes en – bij voorkeur rond – modderplekken.
En dat alles in de fantastische setting van een regenwoud. Ook onze Lander heeft er veel plezier aan beleefd. Ook ons Fien vond het superleuk, maar dat gaat net iets te traag vooruit om haar lang te laten klauteren en kleffere. Bovendien kon je niet met 2 naast elkaar lopen, dus is een handje geven echt wel moeilijk.
En dan komen we aan het meer. Een appelblauwzeegroen pareltje tussen 2 vervaarlijk steile bergen, die eigenlijk meer geleken op torenhoge rotswanden. Een waterval klatert in het meer.
Normaal kan je vrij makkelijk rond het meer stappen, maar het meer stond nu zo hoog dat dat niet mogelijk bleek. Hogerop zochten – en vonden – we een paadje dat ons verder langs het meer kon brengen met prachtige, rustgevende zichten op het meer.
Zelfs de kindjes werden er rustig van en hebben zeker 1 uur hier gespeeld. Eerst hoger op de helling met wat stenen. Later aan de voet van het meer, met hun voetjes in het water.
Prachtig om zien en voor ons was het genieten van de rust, de zon en de setting in zijn geheel.
Aan alle mooie liedjes komt een einde: ooit moet je terug vertrekken. Vrij laat op de middag zijn we aan de terugtocht begonnen. Dat zou nog een heus avontuur worden.
Ergens halverwege de afdaling hebben we nog een appeltje gegeten bij de ruige rivier. Onze Lander had al vaak mensen van de rivieren hier zien drinken en wou dat ook eens graag doen. Wij keken naar mekaar en dachten: waarom ook niet, we zitten tenslotte ver in een natuurpark, ver van vervuiling. Als je het water hier al niet meer kan drinken, waar ter wereld dan nog wel? En het is een unieke belevenis. Dus hebben we onze lege drinkbus gevuld met kristalhelder water uit de rivier en allemaal wat gedronken. Zalig lekker was het, en zalig fris.
Ook heel fijn om dat te kunnen doen.
Maar dat was nog niet het hele avontuur: toen besloten mijn voeten om hun grip op de rotsen te verliezen. Daar ging ik, fototoestel in de hand, plat op de grond. Auw. Een verdovende klap. Het leesdopje van mijn fototoestel vloog enkele meters ver na een klap tegen een rotsblok.
Ik checkte snel mijn lens en fototoestel. Oef, alles leek nog ok. Kon ik toch nog die foto van onze Lander nemen die ik in gedachten had. Enkele foto’s later, keek ik ook eens naar mezelf. Oei, daar druppelde wat bloed. Waar komt dat vandaan?
In mijn elleboog bleek een gat te zitten van ongeveer de grootte van onze Lander zijn pink en het leek ook wel vrij diep. Er pruttelde wat bloed uit. Pruttelen was het juiste woord, want er stonden belletjes op. Gelukkig hebben we steeds wat verband en zo bij. Dokter Bert heeft het vuil er wat uitgehaald met een pincetje, boeltje ontsmet en een dikke plakker erop. We konden verder.
In het begin voelde ik niet veel, maar nu – 2 dagen later – voel ik mijn elleboog erg goed. Eventjes maar niet te veel bewegen. Gaan lopen, wat ik ’s avonds typisch nog doe – zit er niet in.
Terug beneden gekomen, besloten we uiteindelijk naar dezelfde camping te rijden. Het was zo’n geweldige plaats en 4 dagen quasi zonder elektriciteit en GSM ontvangst, wanneer is de laatste keer dat je dat nog hebt meegemaakt? Nee, die kans konden we niet laten liggen.
Onze 100ste dag in Nieuw-Zeeland vandaag. Dat moet gevierd worden met een uitstapje naar een van de topattracties van Nieuw-Zeeland: Milford Sound.
Wat een teleurstelling. Zo top als doubtful sound was, zo’n teleurstelling was milford sound. Was het het prachtige weer – geen wolkje in de buurt – dat de spelbreker was. De zeer steile bergen gaven meteen al hun geheimen prijs. Er was geen greintje mystiek, alleen ruwe, blote – weliswaar imposante – berg.
Ook de watervalpracht was een pak minder. Niet alleen in aantal watervallen, maar ook in omvang.
Of was het misschien de mensenmassa op de boot die het idee van rust, stilte en harmonie vakkundig de nek om wrong? Neem ze het eens kwalijk: wij waren daar ook. Niemand keek ook erg gelukkig. Geen lachende of vrolijke gezichten. Alleen mensen die veel te vroeg en met het verkeerde been uit bed waren gestapt.
Misschien was het wel dat laatste: te weinig slaap. Al konden we na de slapeloze nacht in doubtful sound de natuurpracht nog steeds naar waarde schatten.
Nee mensen, als je moet kiezen: ga vol voor doubtful sound en laat milford sound links liggen.
Of toch niet helemaal, want de weg er naartoe was ongelooflijk indrukwekkend. Met steeds steiler wordende bergen, smalle valleien en imposante rivieren. Allemaal geschapen door bergen en bergen ijs duizenden en duizenden jaren geleden. Enkel de hoogste bergen kwamen toen boven de kilometersdikke laag ijs uit. Stel je eens voor. En milford sound is zeker nog steiler dan doubtful sound. Nu ja, been there, done that. Het is zo’n beetje een must als je naar nieuw-zeeland komt.
Op de terugweg – naast the chasm – nog ‘even’ langs de humbold falls geweest – 17 km onverharde weg – en een beetje verder in de vallei blijven hangen bij een camping in het midden van de bergen aan een riviertje.
De camping genereert zijn eigen elektriciteit, enkel tussen 18u en 22u. Is dat niet charmant. Het lijkt het wel. Het heeft een aantrekkingskracht op mij. Zou ik hier mijn pensioen willen doorbrengen? Het is een inspirerende omgeving. Ver van de wereld en de luxe. Je hebt hier wel massa’s van die vervelende sandflies. Ze vreten ons op. Je moet ermee leven. Dat hebben we ondertussen wel geleerd en dat doen we ook.
Ja, misschien is dit wel iets voor mijn pensioen. 😇
Vandaag is het 6 februari: Waitangi day. Dat is de dag waarop de Engelsen en een aantal Maori chefs het ‘Treaty van Waitangi’ ondertekend hebben. Een soort vredesverdrag dat een en ander regelt en dat – nog altijd – voor wat problemen zorgt. Dat is zo’n beetje de nationale feestdag hier. Niet dat we er ook maar iets van gemerkt hebben. Ik denk dat er hier te weinig Maori leven en te veel toeristen momenteel.
Soit, vandaag een ander stukje van de Kepler track gedaan: van Kepler Track car park tot Brod Bay: 11,2 kilometer heen en terug. Hiervan heeft ons Fien er – hou u vast – 6 km aan 1 stuk gewandeld zonder in de draagzak te zitten. Waw! Dat voor een tweejarige. De aangegeven tijd naar Brod Bay was anderhalf uur, wij hebben er met onze kindjes van twee en vijf jaar 1 uur en 3 kwartier over gedaan. In de regen, nota bene, want vandaag was hier een natte dag. Dikke pluim voor de kindjes.
Voor de rest niets noemenswaardig gedaan: wat winkelen, wat koken, wat vooruit plannen. Yep, zelfs plannen. In dit toeristisch gebied is dat echt nodig. Gelukkig moeten de kiwi’s vanaf morgen terug naar school: de grote zomervakantie is gedaan. Hopelijk wordt het dan terug iets kalmer.
Vandaag een klein stukje van de Kepler Track gedaan. De volledige tocht – een van de Great Walks – is 5 dagen. Dat zit er helaas niet in.
Ons stukje van de wandeling van Rainbow Reach Car park tot aan Mourau Hut (en terug uiteraard) was 6 km enkel. Voornamelijk door opnieuw een prachtig bos.
Eerst langs een rivier – de Waiau (voor de LOTR fans: River Anduin).
Waiau of – voor LOTR fans – River Anduin
Vervolgens dwars door het bos om dan opnieuw kennis te maken met Lake Manapouri. Daar is ook de Moturau hut. Hier hebben we zo’n 2 uur genoten van het uitzicht, van het meer en van spelende kindjes. Zaaaaalig.
In deze buurt is ook ergens de “Dead Marshes” scene van LOTR opgenomen. Ik kan het geloven, want het is hier erg drassig en moerassig met momenten.
Daarna volgde de terugweg, ook al op ons gemakske. We hadden uiteindelijk tijd vandaag: slechts 12 vlakke kilometers.
Er was trouwens nog iets opmerkelijks aan het bos: regelmatig was er gewoon een vrij groot, diep gat in de grond. Meestal ongeveer een meter diep en een doorsnede van een halve meter tot zelfs enkele meters. De wanden gingen bijna recht naar beneden. Echt vreemd. Benieuwd hoe die hier ontstaan.
Ook trage kilometers kruipen duidelijk in de benen en het hoofd, want de sfeer zat er op het einde van de wandeling en ook later op de avond niet meer zo goed in. Op naar morgen!
Op tijd opstaan, want vandaag begint onze cruise door Doubtful Sound in Fiordland. Eerst moeten we Lake Manapouri oversteken met een boot. Dat is een uurt (!) varen. Dat wordt meteen een toppertje voor de kindjes want onze Lander en ons Fien mogen het roer van de kapitein overnemen.
De overtocht brengt ons ook van een mooi landschap naar prachtig landschap: langs het meer worden de bergen hoger en hoger, steiler en steiler en ze volgen elkaar in sneltempo op.
Aan de overkant van het meer is elektriciteitsgenerator en een weg van 16 km naar Deep Cove, de echte start van ons avontuur. Deze weg, hoewel onverhard, is de duurste van heel Nieuw-Zeeland: 2 doller per cm weg. Tel maar uit. Hij is speciaal aangelegd voor de constructie van het electriciteitsstation. Het principe is om de uitstroom van Lake Manapouri naar de zee (= Deep Cove) te reguleren. Een gigantisch constructiewerk moet dat geweest zijn. Nu maakt het toerisme naar Doubtful Sound een pak makkelijker.
We kruipen met zijn 11 + de chauffeur (Andy) het busje in voor onze eerste avontuurtjes samen: een rit van een uurtje inclusief enkele tussenstops. Ons Fien had al genoeg van al het zitten en liet goed van zich horen, maar niets dat een welgemikt tutje niet kan oplossen. Oef.
Aan Deep Cove gekomen, maakten we kennis met de rest van de crew: Vic, de schipper/kapitein, en Alex de kokkin. Maar eigenlijk waren de 3 zo’n beetje manusje van alles. Zeker Alex en Andy: koken, afwassen, eten maken, helpen vissen, vissen fileren, duiken naar kreeften, het dek schrobben, stofzuigen en bovendien ons entertainen. Ze deden het allemaal. Ik vond het best indrukwekkend.
Ze onthaalden ons met een glaasje bubbels en een glaasje fruitsap voor de kindjes, vervolgens was het lunch (pasta met een soort kreeftsaus), rond 14u kregen we dan een muffin, rond 16u allerhande aperitiefhapjes en later het 4-gangen diner (een gefrituurde mossel, soep, kreeft, een hoofdgerecht met kabeljauw (blue cod) en tot slot een karamelpudding met een heerlijk zwaar sausje). Op dat vlak kwamen we dus alvast niks te kort.
Voor de rest werden we heel goed bezig gehouden door crew en kapitein: Doubtful Sound was verbluffend mooi (zie ook de special). De kapitein loodste ons naar schitterende plaatsen en kende zijn boot maar al te goed: zo loodste hij ons met de voorsteven tot tegen de rotsen zodat een watervalletje gewoon recht het dek op liep. Prachtig was dat.
Ook de kindjes hebben ervan genoten en een kleine douche genomen onder de waterval. Dat kon ook de rest van de passagiers wel bekoren :-). Ze hadden trouwens beiden al snel de harten van onze medepassagiers gestolen. Later op de middag gingen we vissen. Ik voor de eerste keer van mijn leven en dan nog 2 vissen gevangen ook. Bert had helemaal de smaak te pakken en was bijna niet weg te slaan bij de vishengels.
Ook de kindjes vonden het geweldig als vake of papa iets gevangen hadden. Ook de rest van de passagiers werd luid aangemoedigd wanneer ze beet hadden.
Het was meteen ook een harde levensles om de vissen in een bak gegooid zien worden en vervolgens met een pin door hun hoofd om hen uit hun lijden te verlossen. Het hoort er allemaal bij: de vis wordt gegeten.
Daarna brachten enkele albatrossen – wat een machtige vogels – ons een bezoekje.
Later op de namiddag, wanneer we bijna in volle zee waren, ging de bemanning ook duiken (40m diep) op zoek naar kreeften. Ook dat was een heel avontuur voor de kindjes. Zeker ook toen ze een half uurtje later terug boven kwamen met hun vangst en de kreeften machteloos over het dek aan het kruipen waren. De bemanning gaf wat biologieles aan de hand van de gevangen exemplaren.
Machteloze kreeften
De les werd echter bruusk onderbroken toen het er plots heftig aan toe ging op zee: iemand werd tegen de grond gekwakt, het water gulpte het dek op en iedereen probeerde ongeschonden binnen te geraken.
De kapitein loodste ons terug naar rustiger wateren en er werd nog wat gevist. Het kajakken werd helaas overgeslagen: ik was de enige die eventueel wou. Enerzijds lag dat aan de leeftijd van de medepassagiers (denk ik) anderzijds aan het feit dat het ondertussen aan het regenen was.
Het avondmaal werd laat opgediend. Ons Fien was ondertussen pompaf en ging vlot slapen tijdens het eten. Onze Lander heeft het einde van de maaltijd gehaald en ging toen slapen als een mak lammetje.
Wij bleven nog een tijdje lanterfanten en babbelen met de andere passagiers bij een tasje thee. Het was fijn internationaal gezelschap: Amerikanen, Canadezen, Britten en wij. De gesprekken waren uiteenlopend: van Trump over Brexit naar de kat van een van de koppels. Het kwam allemaal aan bod.
Plots ging iedereen slapen. Ik wou nog wat opblijven. Eigenlijk wou ik de sterrenhemel zien, maar het was snel duidelijk dat dat niet zou lukken: wolken en regen. Dan had ik graag de absolute duisternis ervaren op zo’n locatie. Om 23u ben ik ook maar naar mijn kajuit getrokken om daar de nacht gedeeltelijk slapeloos door te brengen: er raasden te veel gedachten en emoties door mijn hoofd.
Om 5u werd ik wakker van het schommelen van de boot. Om een of andere reden begon die plots heviger te schommelen en dat bleef zo. Even later stond de kapitein op en waren we alweer vertrokken. Na een decadent ontbijt met onder andere roerei met kreeft bracht de kapitein ons nog langs enkele plaatsjes om duimen vingers van af te likken. Ik kon er niet genoeg van krijgen. De lichtomstandigheden waren bijna ideaal en ook de wolken en bergtoppen werkten goed mee. Regen is misschien wel het ideale weer om Doubtful Sound te bewonderen.
Noot bij foto: Deze foto geeft een idee van de dimensies: het schip dat je ziet is een 3-master waar 70 man kan blijven slapen)
Rond 9u30 waren we opnieuw aan Deep Cove en konden we het busje in, de boot op en terug naar Manapouri. Heel moe en nog meer voldaan stapte we rond 12u terug onze vertrouwde mobilhome in. Voor ons zat de dag erop, want we waren veel te moe om nog iets te doen: iedereen had slaap nodig :-).
Het Doubtful Sound gezelschap
Eindresultaat: 713 foto’s op 1 etmaal. Daarvan vind je er hier 8. De rest mag je bij ons thuis eens komen bewonderen. Zeker de moeite, maar het toont nog niet de helft van de schoonheid. Dit is een absolute must do.