De plannen zijn gewijzigd: de weersvoorspelling in Dunedin en omstreken zijn: regen, regen en nog meer regen. Dus hebben we besloten eerst terug omhoog te rijden naar Central Otago.
Vandaag staat dus ‘heel wat rijden en ondertussen wat dorpjes bezichtigen’ op het programma. Opnieuw een prachtige weg. Jammer dat we er zo weinig van konden zien door alle wolken. Maar hetgeen we konden zien, doet vermoeden dat het de moeite is om nog eens door te rijden (als je de tijd hebt natuurlijk ;-))
Onze stops vandaag:
Naseby – extreem nat; kindjes andere kleren aangedaan
fotostop tussenin – erg nat; kindjes slapen
Ophir – net eventjes volledig opgeklaard
Lake Dunstan – het begint op te klaren; avondeten + slapen
Ook de gemoedstoestand lijdt onder al die regen en met zijn viertjes voortdurend in de mobilhome zitten. Vrolijk word je er niet van.
Bij zo’n lekker Belgisch weertje hoort ook een Belgische maaltijd: wortelstoemp met steak. Op naar beter weer 🙂
Vanmorgen opgestaan met regen – zoals ook voorspeld was. Gelukkig was er rond 9u30 een tijdelijke regenstop zodat er toch nog een laatste keer met de ezeltjes gereden kon worden en we ook nog dag konden gaan zeggen aan alle diertjes (en hun tegelijk een laatste keer eten geven zodat ons emmertje voeder ook leeg was).
Daarna op weg naar Lake Tekapo en onderweg ook nog even inkopen doen bij een grote supermarkt: de koelkast was alweer leeg.
Lake Tekapo is eigenlijk een stuwmeer, maar het dorpje erbij is ondertussen een erg populaire plaats geworden: het meer is ongelooflijk prachtig blauw en op mooie dagen – vandaag niet dus – heb je een prachtig zicht naar Mount Cook.
Daarnaast is het hier ook een van de 10 International Dark Sky Reserves. ’s Nachts zou hier een prachtige sterrenhemel te bewonderen zijn omdat er hier geen luchtvervuiling is. Ik vrees echter dat het vannacht ook noppes zal worden dankzij de regen.
Tot slot is er nog the-one-and-only ‘Kerk van de goede herder’ – een kerk ongeveer een vingerhoed groot – waarvoor hordes toeristen afkomen. Dat is eigenlijk een zeer goede grap: er is niks, maar dan ook niks, bijzonders aan dit kerkje behalve het feit dat het achteraan een raam heeft waardoor je een – weliswaar zeer mooi – uitzicht hebt op Lake Tekapo.
Hiervoor stopt elke (!) tourbus met Aziaten en andere toeristen. Als zo’n bus stopt, kunnen ze niet eens allemaal tegelijk in het kerkje. Wat mij betreft ongezien. Hier is ooit een goede marketeer aan het werk geweest.
Wij hebben hier alvast een hele mooie wandeling (Cowan’s Hill track) gemaakt.
Tijdens deze wandeling ook prachtige grijze schapen gezien. Wat een schoonheden. Oordeel hieronder zelf.
P.S. Voor de LOTR-fans: dit is ook de streek waar de meest ruige scenes uit ‘The Lord of the Ring’ zijn gefilmd. P.P.S. De rust die van lake Tekapo uit gaat, is overweldigend
De koelkast is volledig leeg: we moeten dringend gaan winkelen. Maar rekening houdend met het weer – er is regen op komst voor de ganse namiddag – zijn we toch maar eerst een mooie wandeling gaan maken bij Cape Foulwind. Een hele mooi wandeling langs kliffen, die uiteindelijk eindigt bij de Taharangi zeehonden kolonie.
Daar leven zo’n 200 zeehonden. Een dikke 50 hebben we er toch van gezien. Heel indrukwekkend en vooral schattig. Zeker de allerkleinste pups: ze zijn zooooooo lief. Hier hebben we wel een half uurtje vol bewondering staan kijken.
Daarna volgde de terugweg – in de regen.
In de mobilhome even eten, en dan terug naar West Port voor wat winkelplezier in de supermarkt. Vervolgens in de regen – het werd erger en erger – op weg naar Punakaiki. Daar willen we morgen een mooie wandeling maken en natuurlijk naar de Pancake rocks gaan kijken. Onderweg in de gietende regen nog even gestopt bij Mitchell’s Gully goldmine. Een echte goudmijn van vroeger.
Daar hebben we geleerd dat er in Nieuw-Zeeland geen goudklompen te vinden zijn, maar enkel velden met goudstof. Het was een heel karwei om daar vervolgens een goudklompje van te maken.
Dat was een hele tegenvaller voor mij, want stiekem hoopte ik hier ergens een klompje te vinden… Jammer.
Een volgende teleurstelling volgde op de camping van Punakaiki: volzet. Gelukkig was er vlakbij een parking waar we mochten staan. De parking bleek meteen ook het startpunt van de wandeling die we wilden doen. Dat was makkelijk voor morgen.
Eerst nog wat spelletjes gespeeld met de kindjes (het was nog altijd nat, nat, nat), koken, eten en dan bedje in. Laat dat mooi weer morgen maar komen!!
Vandaag een dagje rijden. Eerst even terug naar Richmond om een nieuwe e-reader te kopen. Absoluut noodzakelijk voor het geluksgevoel. De vorige heeft voortijdig de geest gegeven.
Daarna op weg naar de West kust. Er zijn nog een paar mooie wandelingen aan de andere kant van Karuhangi National Park die we graag (gedeeltijk) zouden doen. Onder meer de Heaphy track (normaal een 4 tot 5 daagse wandeling) en the charming creek walkway.
Het verkeer is eerst ongelooflijk druk. Dat komt ook omdat sommige wegen nog altijd afgesloten zijn als gevolg van de aardbeving en bijna alle verkeer langs deze weg moet.
Hoe dichter we bij ons doel komen, hoe rustiger het gelukkiger wordt. En de laatste 100 km komen we nog maar enkele auto’s tegen (hooguit 10). Al bij al, was het niet zo’n spannende rit. Enerzijds door het slechte weer, maar anderzijds ook omdat er gewoon weinig spectaculairs te zien was. De kindjes hebben de rit met wisselend gemoed doorstaan en helaas slechts weinig geslapen. Jammer, want morgen wordt weer een actieve dag.
Vandaag de grote oversteek gemaakt. Dus vroeg uit de veren en snel tot aan de boot rijden. Inschepen om 8u, om 9u vertrekken en dan 3,5u varen om rond 12u30 toe te komen.
Het laatste uur vaar je eigenlijk al tussen de eilanden en landengtes door. Erg mooi. Een opwarmertje zeg maar. De kindjes (en Bert) hebben daar eigenlijk niet veel van gezien, want er was een speeltuin aan boord….
We hadden eigenlijk veel geluk: regen in Wellington, regen onderweg tot we bijna aan het Zuidereiland waren en vervolgens zon tot we weer van de boot moesten. Dan verder regen. Bofkonten, nietwaar.
Daarna eerst een stukje gereden, gegeten en dan – eindelijk – nog eens wandelen. Het eerste stukje van de Queen Charlotte Track. Een wandeling die 5 dagen kan duren. Wij hebben de eerste 3 km 2x gedaan. Op de heenweg voornamelijk in de regen tot we aan een hele mooie baai kwamen. Daar een appeltje gegeten in wisselvallig weer en tenslotte terug, voornamelijk in de zon.
Het was heel erg tof om nog eens een goede wandeling te doen in het groen. De natuur geurde fantastisch, we hebben enkele hele mooie vogels gezien, en vooral: de rust die hier door alles wordt uitgestraald. Geweldig.
Een minpuntje: we willen hier eigenlijk graag gaan kayakken met de kindjes, maar ook hier scheept men ons af. De redenen zijn mij niet geheel duidelijk. Daar moet ik morgen toch nog eens meer informatie over zien in te winnen.
Morgan’s grave. Klinkt luguber, niet? Dat is waar we vandaag een plaatsje voor de nacht gevonden hebben. Ongeveer halverwege langs de ‘Forgotten world highway’ (H43), langs het onverharde gedeelte ervan. De (ver)gezichten en het landschap waren alweer prachtig.
En hier ligt ene Morgan begraven. Deze heeft er in de jaren 1890 mee voor gezorgd dat er hier een weg kwam te liggen, en is tijdens het leggen ervan gestorven. Dit allemaal maar om te zeggen dat we werkelijk in-the-middle-of-nowhere zitten en dus ook geen GSM ontvangst hebben, laat staan internet. Dat is trouwens langs gans deze highway het geval: 150 km zonder GSM ontvangst, internet, winkeltjes, diesel, … . Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen mensen wonen of geen dorpjes zouden zijn. Er ligt zelfs een zelfverklaarde republiek, Whangamomona genaamd, waar wij daarstraks een koffietje zijn gaan drinken.
En dat was zo ongeveer onze dag, behalve nog een 20 minuten durende wandeling – enkel weliswaar – naar de Mt Damper falls. Watervallen van maar liefst 85m hoog.
Op regenachtige dagen zijn watervallen op hun best. Hiervoor moesten we wel een zijweg van 14 km van de highway nemen (en weer terug natuurlijk). En we hadden beestig veel geluk: de ganse dag heeft het geregend, gemiezerd en gegoten tot het moment dat we – volledig ingepakt tegen de regen – onze mobilhome uitstapten om aan de wandeling te beginnen. Toen was het plots gedaan. Op de terugweg is het wel terug beginnen regenen, maar daar hoor je ons alvast niet over klagen. Hieronder enkele sfeerbeelden.
Ondertussen was het alweer 17u voorbij en zo zijn we dus bij Morgan’s grave, in the middle of nowhere terechtgekomen. Tot in de bewoonde wereld – Taumarunui, zo’n 70 km verder – zouden we vandaag niet meer geraken. 70 km is hier immers ongeveer 1,5 uur rijden. Dus houden we Morgan maar voor 1 nachtje gezelschap en genieten van de rustigste highway die ik ooit heb mogen meemaken.
Als we mount Taranaki (een indrukwekkende vulkaan van ongeveer 2500m hoog) wilden beklimmen, moesten we het vandaag doen.
Zo was ons gezegd door het lokale toeristische kantoor (i-site). De volgende dagen zal het immers nog veel meer regenen. Men had er eveneens aan toegevoegd dat de top op dit ogenblik sowieso onhaalbaar was. Leek ons logisch: we hadden gisteren een glimp van de top van de vulkaan opgevangen en hadden heel wat sneeuw gezien.
Bij een infopunt op de vulkaan nog eens gepolst en uiteindelijk besloten om een stuk van de Waingogoro track te wandelen. Het doel was om tegen de middag aan de Waingongoro hut te geraken zodat we daar tenminste droog konden eten. Volgens de pijltjes was het 1,5u wandelen over 2,5 km. Dat moest wel lukken.
Het was een hele mooie bergwandeling in opnieuw een net iets andere vegetatie dan de vorige wandelingen.
Ook onze Lander was heel gemotiveerd om op een vulkaan te stappen. En toen we ook nog eens een riviertje vol met stenen over mochten klauteren, springen en huppelen zat het enthousiasme er helemaal in.
Kwestie voor ons om het erin te houden. Na een tijdje begon het aardig te regenen, dus regenbroeken aan en kappen op zodat we droog zouden blijven. Beide kindjes hebben superflink geklauterd, gedaald en gestapt en we kwamen inderdaad rond de middag bij de hut aan. Tijd voor een welverdiende lunch en bijhorende pauze.
Daarna konden we uitgerust aan de terugweg beginnen. Daar hadden we meer geluk met het weer: het klaarde iets op en het zonnetje kwam al eens piepen zodat we nu en dan een zicht hadden op de vlakte onder de vulkaan of op een stukje hoger gelegen flank. Erg mooi. Wat moest dat niet zijn als het mooi weer zou zijn.
Moe maar voldaan kwamen we veilig terug aan de mobilhome aan. Na nog een appeltje op weg richting Hawera voor een bezoekje aan een winkel en een camping in Ohewa, iets verderop aan de zee. Na een lekkere avondmaaltijd (gebraden kip met patatjes, boontjes, komkommer en tomaat) was er nog net de tijd om wat fotootjes te gaan trekken bij de ondergaande zon en een douchke.
De komende dagen geven ze hier in de ganse streek regen, regen en nog eens regen, dus we gaan wellicht wat kilometers vreten met de mobilhome om tussen de buien door eens een luchtje te gaan scheppen. We zullen wel zien. Ik ga alvast toch dromen van een streepje zon ;-).
Vandaag zouden we de ‘White cliffs walkway’ wandelen. Een 3 uur durende luswandeling van 6,5 km, aldus de Lonely Planet. De wandeling loopt gedeeltelijk over een strand dat enkel vrij is 2u voor en 2u na eb. De juiste timing is dus belangrijk. Rond 14u zou het eb zijn, dus we konden niet voor 12u vertrekken. Toch maar eens gaan kijken, dachten we zo. Tegen de tijd dat we ter plekke waren, parking gevonden hadden en volledig vertrekkensklaar waren, was het 11u. Hieronder een fotootje van de parking
Als we eerst het stuk zouden doen dat niet over het strand loopt, konden we alvast vertrekken. En dus gingen we op pad, de berg op. De zichten waren op zich mooi, maar de ons beloofde spectaculaire vergezichten op mount Taranaki (een 2500 m hoge vulkaan) bleven helaas uit: veel te veel wolken.
Daartegenover stonden wel enkele leuke onverwachte hindernissen.
In het begin hadden we enkel met vlagen wat regen, maar gaandeweg begonnen regen en wind meer op te zetten. Tegen dat we aan de kust arriveerden (na een lunch in een stuk beschut woud), was het continu aan het regenen en hevig aan het waaien. Toch kon dat de pret niet bederven: er was te veel te zien en te doen: een stuk van de kliffen was ingestort en daar moesten we over klauteren. Een 2de duidelijke hindernis die we moesten overwinnen. Dat leverde heel wat plezier op voor ons allemaal en voor onze berggeit (Lander) in het bijzonder.
Daarna dachten we dat we er vanaf waren, maar toen moest het ergste nog komen: de ganse kust was 1 grote aaneenschakeling van supergladde, door het water afgesleten stenen. Zelfs onze wandelschoenen hadden hier geen grip op. Tussen deze stenen, lagen plassen zeewater die tot aan onze enkels reikten. Hier zijn we wonderwel heelhuids overgeraakt, maar niet zonder natte voeten. Het laatste stuk over het strand was gelukkig veel makkelijker en zo kwamen we alsnog op een schappelijk uur terug aan de mobilhome.
We waren ondertussen allemaal in meer of mindere mate doorweekt, maar kou hadden we gelukkig niet. Snel een stel droge kleren aan (wat is het toch makkelijk om altijd je hele hebben en houden bij je te hebben) en op weg naar Mount Taranaki. Nu zitten we op een camping in Stratford, waar we meteen onze kleren buiten te drogen hebben gehangen aangezien het zonnetje ondertussen was komen piepen.
Net nog even gaan lopen met de indrukwekkende vulkaan op de achtergrond en dadelijk ons bedje in. Morgen weer een nieuwe dag!