Was me dat een nachtje in de tent: regen, regen en nog eens regen. En van 1u tot 2u ongelooflijke stortregen. Ik werd wakker van water dat in mijn gezicht spatte. Ik dacht dat onze oude vertrouwde tent lek was en begon als een gek rond te voelen. De slaapzak van onze Lander was ook een beetje vochtig aan de buitenkant, maar echt nat was het niet. Ik kwam tot de conclusie dat we nog droog moesten zijn, maar was er niet meer gerust in. Na wat aarzelen de kindjes naar het midden van de tent verplaatst en zelf aan de kant gaan slapen. De ganse nacht heeft het nog geregend, maar we zijn helemaal droog gebleven. Het water in mijn gezicht was naar alle waarschijnlijkheid condensvocht dat door het geweld van de regen naar beneden viel. Onze Lander zijn slaapzak is wat nat geworden van opspattend water dat door het neerklaterende water omhoog werd geslingerd onder de rand van onze tent door. Oef, we kunnen nog steeds vertrouwen op ons tentje. Gelukkig maar.
Zo kondern we dus toch gewoon droog aan de dag beginnen. Een dag die ons naar de ‘Waitangi treaty grounds’ heeft gebracht. Dit is de geboorteplaats van Nieuw-Zeeland: hier is het verdrag getekend tussen de Britten en de Maori dat uiteindelijk tot het ontstaan van Nieuw-Zeeland heeft geleid. En dat eigenlijk tot op de dag nog tot problemen leidt omdat het verdrag in het Maori – opzettelijk nota bene – niet 100% overeenkomt met het verdrag in het Engels. De Maori dachten dus iets anders te ondertekenen dan de Britten wilden dat ze ondertekenden. Je kan je wel indenken dat dat tot problemen heeft geleid.
Toegang tot de Treaty grounds kost 40 NZD per persoon, maar daarvoor krijg je toegang tot een heel mooi en modern opgebouwd museum, het domein en het gebouw waar het verdrag is ondertekend, een indrukwekkende show die je inleidt in de cultuur van de Maori en – indien je wenst – een geleide rondwandeling van 50 min. Dat laatste zagen we niet witten met de kindjes, maar zelfs zonder dat hebben we ons toch een 5-tal uur bezig gehouden op het domein. De foto’s hieronder geven een indruk.
Daarna hadden we eigenlijk gepland om een wandeling naar de Haruru falls te maken, maar het was ondertussen al late namiddag en de kindjes waren nogal moe. De rest van de namiddag hebben we dus al spelende en kokende doorgebracht op de camping. Morgen is er immers nog een dag :).
Vanmorgen waren we al vroeg wakker: we hebben niet echt goed geslapen. Er stond vandaag natuurlijk heel wat te doen: zorgen dat onze mobilhome gemaakt zou worden, een onderkomen zoeken voor een weekje of zo en zorgen dat we ons hier kunnen verplaatsen.
Met dat laatste heeft de garage ons alvast even verdergeholpen: we mogen minstens voor het weekend een auto van hun lenen. Dankjewel; dat scheelt alweer een paar dagen huur. Het is trouwens een heel vriendelijke garage: ik kan ze aan iedereen aanbevelen…
We hadden ondertussen al wat bagage en eten uit de mobilhome afgesplitst en in respectievelijk een rugzak en bak gestoken.
Met die wagen, de lonely planet en de rankers app op zak gingen we in Paiha op zoek naar geschikte accomodatie. Er waren 2 mogelijkheden voor ons: een appartementje of vakantiehuisje of zo, ofwel een camping. We hebben immers ook een volledige campeeruitrusting, inclusief tent, slaapzakken en slaapmatjes meegesleurd naar Nieuw-Zeeland.
Na een paar uurtjes rondrijden, is het het laatste geworden: onze tent staat ondertussen netjes opgesteld in een mooie camping vlak aan de zee. Super. (Die tent waren we eerst nog even gaan oppikken bij de mobilhome. Het gaat hier regenen, dus is het altijd handig dat je tent daarvoor al recht staat :))
Noot: die witte auto is de onze :).
De rest van de dag hebben we gevuld met wat rondlopen in Paiha en bekijken wat we de volgende dagen kunnen doen hier: we zullen minstens tot dinsdag hier zijn en de garage verwacht dat het zelfs een week zou kunnen zijn. Ondertussen ook een raming van de kosten gekregen: wellicht komen we er vanaf met ongeveer 1500 NZD. Als we heel veel geluk hebben, komt zelfs de verzekering tussen en hoeven we enkel de franchise te betalen (300 NZD). We wachten af. Ondertussen duiken we in het gezelschap van een zachte lenteregen de slaapzak van ons tentje in.
Het vakantiegevoel is al een beetje terug. Nu de nieuwe vermoeidheid nog wat wegwassen. Wordt zeker nog vervolgd :-).
Geen vuiltje aan de lucht: de kindjes hebben lang geslapen, een zonnig ontbijt genoten, nog wat gekeuveld met andere parkgasten en dan – tegen 10u – toch op weg geraakt met onze mobilhome. Vandaag zouden we de ‘Old Russell road’ nemen. Een prachtige weg met schitterende baaien, vergezichten en stranden volgens de Lonely Planet. Dat hebben we ook gedaan, maar net iets anders dan verwacht.
Rond 11u30 reden we een bergweggetje op om een mooie wandeling te gaan maken aan de overkant van de heuvel toen we plots een hele luide knal hoorden. Alsof er iets brak. We zetten onmiddellijk onze 4 pinkers op en sprongen uit de mobilhome om een kijkje te gaan nemen. Onder onze mobilhome zagen we een vloeistof lopen die verdacht hard op olie leek. Wanneer we onder de mobilhome keken, zagen we de vloeistof eruit gulpen en – bij nadere inspectie – bleek er ook een ronde buis van een 5-tal cm geknapt. De buis ging naar ons wiel. We kennen niets van auto’s, maar onze diagnose: ‘as gebroken’. We konden in geen geval verder. Dat was wel duidelijk.
We stonden in het midden van het bergweggetje en blokkeerden het helemaal. Gelukkig waren we zo ongeveer op het einde van de wereld en was het een dus een erg kalme weg waar nauwelijks iemand passeerde.
De pechverhelping voor onze mobilhome was net een paar dagen geleden actief geworden, dus Bert wist wat te doen: bellen en regelen. Eerst de pechverhelping, dan de verzekering en vervolgens nog vele malen met elk van hen. Ik kan je vertellen dat het allemaal niet geregeld is zoals we gewoon zijn. Zo moesten we bv beslissen waar we de mobilhome naartoe zouden laten slepen. We konden dus beginnen zoeken waar er een garage zou zijn die overweg kon met dit type mobilhome.
Daarnaast kon men ook niet garanderen dat we alle 4 met de takelwagen mee konden en werd ons geadviseerd een taxi te laten komen.
Gelukkig blijkt er ook op het einde van de wereld internet te zijn en kon google ons helpen: we zouden ons laten slepen naar een – overigens heel vriendelijke – garage in ’Opua’. Daar waren we meteen ook terug in de bewoonde wereld en zou er hopelijk voldoende te doen zijn om ons een tijdje bezig te houden. Verder besloten we af te wachten of we toch niet mee konden met de takelwagen; indien niet mogelijk zouden we splitsen en konden we alsnog een taxi bestellen. Dat zou wellicht vrij snel gaan.
Na 3 uurtjes wachten, kwam de takelwagen er eindelijk rond 14u30 aan. We hadden ondertussen de tijd gedood met wat te eten aan de rand van de zee in een baaitje 2 minuutjes lager. Daar konden de kindjes ook wat spelen op het strand en konden we wat in het gras liggen. Voor de eerlijkheid: we = Grim, Lander en Fien. Bert was vrij druk bezig met regelen en bellen. Het eten ging ook niet zo heel goed, want we hadden toch last van een beetje spanning. Hoe zou het komen? 😉
De man van de takelwagen heeft onze mobilhome, samen met Bert, na wat zwoegen en zweten van die bergweg op zijn camion gekregen en we konden vertrekken.
De takelwagen leek maar 1 extra zitje te hebben naast de chauffeur, dus we hadden ons al voorbereid op splitsen, maar plots bleek er nog een vouwzitje te zijn en bleek eveneens dat de kinderen nog achter de zetels voor de volwassenen konden zitten / liggen. Dat was alvast een taxi uitgespaard 🙂 en bovendien waren de kindjes superenthousiast dat ze in een camion mochten rijden.
De rit zelf was een hele onderneming: we moesten een slordige 60 km over kleine bergweggetjes, onder laaghangende elektriciteitskabels en bomen door. Bovendien moesten we ook nog een veerboot(je) nemen, maar ook dat is blijkbaar geen probleem voor een takelwagen met mobilhome erop. De man zette ons om 16u55 veilig af bij de garage (die overigens om 17u sloot; alweer geluk dus :)). Gelukkig hadden we hen al gebeld dat we eraan kwamen en gevraagd of we nog een nachtje in onze mobilhome konden slapen. Dat was geen enkel probleem voor hen. Meer nog: ze voorzagen ons zelfs van stroom. Meer konden we echt niet wensen.
Na een snel avondmaal gingen we allemaal uitgeput ons bedje in voor een onrustig nachtje slapen.
We hebben vanmorgen in het ochtendzonnetje besloten hier nog een dagje langer te blijven. Niet rijden vandaag, wel een keertje wassen (Bert kan eindelijk zijn draagbaar wasmachientje een keertje testen ;-)), wat karweitjes doen en ook nog even naar de langste voetgangersbrug van het zuidelijk halfrond en naar het strand natuurlijk.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om een special te posten rond ons rijdend huisje. Het is 5,5 m lang (stuurcabine inbegrepen), 3,3 m hoog en ongeveer 2m breed. Erg compact dus. Dat valt ons des te meer op als we die andere mobilhomes zien rijden: die zijn echt wel beduidend groter. In principe is het een 2 + 4 berth. Dat betekent dat er 2 volwassenen en 4 kinderen in kunnen slapen.
Laat ons meteen met het slapen beginnen.
Wijzelf slapen boven de stuurcabine in de alkoof die verrassend ruim is en helemaal geen bekrompen gevoel geeft. Onze matras is goedgekeurd en slaapt erg lekker (sorry, invloed van onze Noorderburen die we hier net iets meer tegen komen dan Belgen).
Onze Lander slaapt boven in een soort uitklapbare kast, die we voor het gemak eigenlijk continu uitgeklapt laten.
Voor ons Fien hebben we een soort van ‘holletje’ gemaakt op de zetel/het bed onder onze Lander: ze gebruikt het bed in de breedte en wordt geflankeerd door de badkamer, 2 stukken buitenmuur en aan 1 zijde een valies met kleren. Enerzijds omdat ze nogal wroet en uit bed zou vallen (ze slaapt thuis nog in een bedje met spijlen), anderzijds omdat we onze kleren ook nog ergens kwijt moesten en alle kasten al vol waren.
Van onze eettafel kunnen we eventueel ook nog een bed maken, maar dat is in deze opstelling dus niet nodig: ieder heeft zijn eigen slaapplaatsje.
De alkoof waar Bert en ik slapen, wordt overdag ook gebruikt als bergruimte. Voor we gaan slapen moeten we er dus alles afhalen en op onze eettafel en zetels zetten. En ’s morgens weer andersom. Om dit wat makkelijker te laten verlopen, hebben we een extra bergdoos met deksel gekocht.
Wanneer we rijden, bouwen we een van de zetels om tot rijzone voor de kindjes: de kussens moeten eraf en er worden 2 autostoelen vastgezet. We leggen – om extra stress te vermijden – ook de tafel naar beneden zodat de kindjes hier niet met hun voeten tegen kunnen duwen. Wijzelf zitten uiteraard in de stuurcabine. Die kinderstoelen staan trouwens in de stuurcabine wanneer we niet rijden.
De mobilhome rijdt zeer goed en links rijden went snel. In’t begin vergt het natuurlijk wel wat concentratie. Het enige wat nu nog regelmatig lastig is, is het schakelen. Dat gebeurt links en ik moet nog wat wennen waar de verschillende versnellingen nu precies liggen: af en toe geraak ik niet meteen in 4de of 3de en dat is lastig; vooral op bochtige bergweggetjes. Het is en blijft natuurlijk een grote logge bak van 20 jaar oud (Fiat Ducato van 1996).
Wanneer we leven in de mobilhome, hebben we twee opties:
buiten eten als het weer het toelaat. We hebben immers ook nog kampeerstoelen en een kampeertafeltje. Wanneer de zon schijnt en het niet waait, kunnen we dit ook opstellen onder een uitschuifbare luifel. Daarnaast hebben we trouwens ook nog een gasbbq zitten in een van onze opbergvakken aan de buitenkant van de mobilhome.
binnen eten aan de tafel.
Was koken betreft, beschikken we over een gasfornuis met 2 pitten. Ik ben momenteel aan het oefenen op eenpansgerechten omdat dat het minst afwas genereert, maar ook omdat dat het handigste is om klaar te maken op zo’n fornuis. Uitgebreid koken lukt echter ook: patatjes, bloemkool met witte saus en worst hebben ook al op het menu gestaan. Zelfs met soep en een dessertje achteraf.
De koelkast is een mooi staaltje techniek vind ik: als we rijden werkt ze op de batterij van de auto, als we aan de elektriciteit hangen hierop en wanneer we vrij staan, kan ze ook op gas werken. Dit moeten we natuurlijk wel telkens handmatig omschakelen.
We hebben ook behoorlijk wat proper water aan boord en het het water dat afloopt, loopt de grijswatertank in. We hebben ook een WC aan boord (en ook nog een douche en klein lavabootje in onze badkamer). Af en toe moeten we dus het proper water bijvullen en het grijs en zwart water lozen. Dit moet aan ‘dampstations’ gebeuren die op de meeste campings aanwezig zijn, maar waarvan er ook sowieso overal over het land verspreid liggen.
Bergruimte was in het begin een echt probleem: we hadden toch 4 grote valiezen gerief bij (zie eerdere posts), er zat al heel wat gerief in de mobilhome (borden, bestek, pannen, kookgerei, broodrooster, extra verwarming, waterkoker, afwasgerei, emmer, handdoeken, …) en dan moesten we ook nog eten en drinken voor een paar dagen kunnen stockeren. Dit heeft Bert inventief opgelost door nog wat extra plastic opbergdozen te kopen: zo staat heel wat eten en drinken in een plastic opbergbox onder de tafel: de kindjes komen immers toch niet met hun voeten op de grond. Andere dingen worden heel wat meer stapelbaar door ze in platte dichte potjes te steken, enz.
Vandaag de dag ingezet met een ochtendwandeling op het strand bij onze camping.
Daarna op weg naar de Waipu Caves. Dit zijn grotten waar je zo maar in kan (wel best een lampje, stevig schoeisel en een kompas voorzien) en waar ook glimwormpjes te zien zijn. Met de kindjes konden we het risico niet nemen er wat verder in te klimmen wegens glibberig en gevaarlijk, maar zelfs de allereerste grotkamer was ongelooflijk prachtig: even de zaklampen uit en je zag overal kleine groenachtige lichtjes die een prachtig reliëf aanbrachten in de gitzwarte duisternis. Hier zou ik gerust een uurtje kunnen doorbrengen met naar deze fonkelende lichtjes te turen. Lander en Fien waren iets eerder uitgekeken.
Daarna een kijkje genomen bij – en een wandeling gemaakt rond de Whangarei falls. De foto’s vertellen alles.
Dan verder gereden langs de Tutukaka kustlijn die volgens de Lonely Planet bij de top 3 van de wereld hoort. Een wandelingetje op het strand van Matapouri tot aan Whale bay leert waarom. Een klein minpuntje: het water was ijskoud.
Tot slot doorgereden naar de dichtsbijzijnde campingplaats (Whanaki Holiday Park); dat was toch nog een uurtje rijden. Dit is je zuivere nostalgie met een speeltuintje met een oude houten schuifaf. Werkelijk charmant.
We hadden heel graag verder door gereden naar Port Jackson om daar een – naar het schijnt – prachtige strandwandeling te maken. Helaas, het weer heeft er een stokje voor gestoken: een ganse dag regen werd voorspeld en kwam er ook. We hebben dan maar besloten er een rij-dagje van te maken.
Anders moesten we dat immers met mooi weer doen. Dus we zijn een hele dag onderweg geweest via Coromandel town, Thames over Auckland naar de buurt van Whangarei. Hier hebben we in Waipu cove een mooie camping gevonden met speeltuin en vlak aan het strand, al kunnen we de zee deze keer niet zien vanuit de mobilhome (wel horen). We zijn al wat bedorven op dat vlak :).
De dag is bijzonder mooi begonnen met een fikse wandeling (45 min) naar Cathedral cove; een prachtig zandstrand waar de clou vooral een tunnel onder een rots door is. Doordat we er vroeg bij waren, lag het strand er nog idyllisch bij. We waren echter zeker niet alleen en ook niet de eersten: onze buren van op de campsite kwamen al terug boven toe terwijl wij nog moesten vertrekken. We hebben daar heel wat tijd genomen: de kindjes vonden het spel met de zee en op het strand geweldig. Wij genoten van het uitzicht. Rond 10u terug naar boven gewandeld: dat was puffen, want in de zon was het al echt heet. We hebben ons hier de vorige dagen sowieso al mispakt aan het weer (terwijl het niet eens zo zonnig was), dus hebben we deze keer wel heel goed gesmeerd :).
Daarna de mobilhome in en tuffen maar. Het plan was om naar ‘Hot water beach’ te gaan, maar dat is enkel bereikbaar 2u voor en na eb. Eb lag helaas ’s morgens vroeg (6u) en ’s avonds rond 18u. Dus hebben we dat toch maar overgeslagen en gewoon onze reis verder gezet richting Whitianga. Daar geluncht bij een speeltuintje aan een haventje, even een grootwarenhuis binnengewipt voor wat brood, fruit, enz (yep; deze zijn hier alle dagen van de week open; ook op zondag) en vervolgens terug het bochtige landschap ingedoken met ons mobiel huisje. Eerst tot Coromandel town, vervolgens verder naar boven richting Port Jackson. Daar zouden we graag een dagwandeling maken, maar het is niet zeker of dat zal lukken met het weer: de weg er naartoe is niet verhard en ze geven regen, regen, regen, … . Dat heeft ons echter niet tegengehouden om vandaag met volle teugen te genieten van het mooie weer. We zijn dan ook vrij tijdig gestopt op een campsite ‘Otauta Bay Farm Camp’, gelegen in een heel mooie baai, praktisch op het strand. De kindjes konden leuk spelen, Bert wassen (want we hebben al een berg was verzameld) en ik koken.
Sebiet slapen met het geruis van de zee op de achtergrond. Slaapwel!
Onze eerste nacht free camping was een succes (behalve dan dat we onze Lander een pamper waren vergeten aan te doen; bedje nat dus). Na een lekker ontbijt, zijn we vertrokken naar Mount Maunganui voor een ochtendwandeling naar de top. Onze Lander heeft het super gedaan: helemaal zelf tot de top gestapt. Ons Fien had het was lastiger: dragen was niet goed, stappen was niet goed: de terrible two, weet je wel. Het zicht op de top was fantastisch; zeker om onze boterhammetjes bij op te eten.
Naar beneden ging vrij snel; daarna de mobilhome in richting Coromandel Peninsula. Na een urenlange rit met af en toe een stop (en veel gebrul van ons Fien), hebben we nu opnieuw een mooie vrije campsite gevonden tussen de heuvels nabij Cathedral cove. Die gaan we morgen zeker bezoeken. Nu de kindjes in bed zitten, de afwas gedaan is en er wat is opgeruimd, kunnen we genieten van de rust en een glaasje wijn bij de ondergaande zon.
We zijn hier nu al enkele dagen en nu pas komt het ervan om te bloggen. Vooral omdat we allevier heel moe waren en tot eergisteren altijd samen zijn gaan slapen – om een uur of acht.
Alles begint nu stilaan in zijn plooi te vallen: de jetlag is bij iedereen wat verteerd, de mobilhome is gevuld en de eerste wandeling zit erop. Lander heeft zijn eerste berg overwonnen: meer dan 200m geklommen, helemaal zelf gedaan! Fien heeft er ook een paar gestapt, maar toch vooral in de Manduca gezeten (danku voor het uitlenen, Katrien!)
Ik zou niet helemaal eerlijk zijn om de eerste dagen “ontspannende vakantie” te noemen: kindjes tussen 3:30 en 7:30 proberen stil te houden (papa slaapt nog!), kindjes proberen wakker te houden tijdens het winkelen (nu niet slapen!), en zelf ook niet echt uitgeslapen natuurlijk. Maar we wisten dat dit erbij hoorde, ik had het misschien zelfs nog erger verwacht. En geruzie op de achterbank tijdens het rijden hoort haar het schijnt bij elke gezellige gezinsvakantie.
Maar nu zitten we buiten onze (!!) mobilhome, met een glaasje wijn, Grim de kaart aan het bekijken en ik aan het bloggen. Zelfs met een de dikke fleece aan voelt het helemaal als vakantie.
Vanmorgen vertrokken naar een winkel (Countdown) om inkopen voor een week of zo te doen. Daarna op weg naar waiotapu thermal wonderland. Prachtig. Al die kleuren en bubbelende, kokende poelen. Dat is toch nog van een andere orde dan hetgeen we gisteren gratis gezien hebben. De prijs was ook navenant: 63 nzd (en dan waren onze kindjes nog gratis).
Dan opnieuw vertrokken – met Bert voor het eerst aan het stuur – opnieuw richting Rotorua. Het uiteindelijke doel van de dag was echter Papamoa beach. Hier hebben we een prachtige free camping plaats gevonden in de duinen vlak aan het strand mét nog een speeltuintje en een groot grasveld ook. Ongelooflijk. We zijn dan ook begonnen met een korte trip naar het strand: prachtige en grote schelpen, zo maar voor het rapen. Zelfs van die grote hoorntjes waarin je de zee in kan horen.
Daarna gegeten in het zonnetje aan de mobilhome, de kindjes nog even laten spelen en vervolgens in bed gestoken. Dan, bij ons eerste glaasje wijn, de planning voor morgen nog gedaan en wat praktische zaken geregeld. Eindelijk echte vakantie.