Gelukkige verjaardag moemoe!! Vandaag zou je 90 geworden zijn, en wij net te laat terug thuis om mee te vieren. Goed vieren daarboven, he. Pak maar een extra portie rijstpap met gouden lepeltje :-).
Hier in Nieuw-Zeeland geen rijstpap met gouden lepeltjes, wel muesli en havermout met extra rozijnen voor mezelf en Bert of een geroosterde boterham met boter of choco voor de kindjes. Ook lekker allemaal.
Na het ontbijt zijn we nog 1x met een bootje gaan varen naar Rangitoto island om nog 1x te gaan wandelen. Rangitoto island is 600 jaar geleden ontstaan en is in feite een vulkaan. Auckland is eigenlijk 1 groot vulkanisch gebied. Het is hier heuvelachtig en elk van die heuvels is in feite een vulkaan. Eigenlijk is het hier 1 grote tijdbom: vroeg of laat zal er een nieuwe vulkaan bijkomen of een bestaande terug actief worden. Gelukkig kan het nog een heel tijdje duren: op geologisch gebied is 1 jaar een seconde. Soit, Rangitoto island is dus eigenlijk nog piepjong en dus erg interessant om eens door te wandelen. Er is een wandeling van een uurtje die naar de top van de vulkaan (259m) gaat. Vervolgens kan je daar een wandeling van een kwartiertje rond de krater doen – met prachtig uitzicht op Auckland en de Hauraki golf – en dan weer een uurtje terug.
Het moet gezegd, het was best imposant. Van ver ziet het eiland er helemaal groen uit, maar wanneer je erop wandelt, blijken er – zelfs na 600 jaar – nog hele stukken volledig vrij van begroeiing. Als je dan nog beter kijkt, blijken er toch korstmossen op te groeien. De krater zelf is imposant, maar moeilijk op foto vast te leggen. De vergezichten aan de top zijn indrukwekkend.
In de vroege namiddag waren we alweer terug in Devonport (Auckland) waar we nog een beetje rondgehangen hebben in de speeltuin, het maritiem museum en langs het strand. Tegen dat we aan de auto waren was het ook filetijd en zodoende hebben we toch weer een half uurtje gereden over 9 km.
De kindjes en ik zijn dan alsnog gegaan voor ons dagelijkse plonsje in het zwembad om na een (te) pikante maaltijd in bed te duiken (niet al te letterlijk te nemen).
Voila, zo zit onze voorlaatste dag in Nieuw-Zeeland erop. Nog eentje te gaan.
De ochtendspits was er eentje om ‘u’ tegen te zeggen, maar we hadden geluk: omdat we met zijn vieren in 1 auto zaten, mochten we een aparte rijstrook gebruiken waar de meeste auto’s dus niet op mochten rijden. Geweldig systeem! Carpoolen wordt zo echt beloond. We hebben hier zeker 20 minuten door gewonnen. We waren dus tijdig aan de luchthaven. Die was ietwat groter dan we bij aankomst hadden opgemerkt. Bert ging met de kindjes wachten op de komst van Marc, terwijl ik de wagen ging afhalen. Die bleek ietwat kleiner dan verwacht: een Mazda demio. Op de website stond dat deze verrassingsauto 5 man en 3 koffers kan vervoeren. Ruim voldoende voor ons en onze bagage dachten we. Benieuwd of dat effectief zal lukken wanneer we terug naar België vertrekken.
Voor de rest liep alles perfect: Marc kwam, zag en betaalde de mobilhome. Wij van onze kant droegen de eigendom over.
Na nog een afscheidsfotootje van ons en de mobilhome en een extra ‘zwaaitoertje’ rond de mobilhome met onze nieuwe racekar, konden we met een gerust gemoed richting Auckland city vertrekken om de wandeling die we gisteren wilden doen, nogmaals te proberen. Vandaag zou dat geen probleem vormen: de zon plezierde ons goedhartig met haar aanwezigheid. Jassen bleven in de auto en de truien gingen al snel uit. Auckland blijkt een hele leuke stad: mooie skyline met niet te veel hoogbouw. Prachtige gebouwen en veel plaatsen waar je toch tot rust kan komen en de drukte wat achter je kan laten. We hebben hier uiteindelijk praktisch een ganse dag rondgekuierd en ons geen moment verveeld.
Wellicht kwam dat ook door de goedgekozen pauzes: ’s middags lekker en toch wel goedkoop eten bij een goede Koreaan (62 dollar voor ons 4!). In de vroege namiddag een lekker ijsje bij de haven en tot slot nog een gesuikerd drankje.
Terug bij ons ‘vakantiehuisje’ zijn de kindjes en ik nog even het zwembad ingedoken. De kindjes waren volledig uitgeteld: ons Fien heeft zelfs het einde van het dagelijkse verhaaltje van Bert niet gehaald.
Onze Lander gelukkig wel, want we zouden nog een laatste keer met de juf en de klas skypen. Deze keer konden we afscheid nemen met de woorden ‘tot volgende week’ en Lander werd zeer enthousiast uitgewaaid door zijn speelkameraadjes. Dat wordt een prettig weerzien volgende week. Ook hij was binnen de minuut in dromenland. Wij hopen voor ons hetzelfde.
Nu nog 2 dagen volop genieten van Auckland en ruime omgeving en dan ons avontuurtje hier terug inruilen voor ons grote avontuur in België. 🙂
Er zijn ook onbeleefde Nieuw-Zeelanders: afspraak maken om naar de mobilhome te komen kijken en dan toch niet komen opdagen. Het gebeurt hier dus ook.
Nu ja, daarna alsnog naar de het centrum van Auckland vertrokken voor een stadswandeling. Tenminste dat was de bedoeling, maar ons tochtje is in het water gevallen. Dat mag je heel letterlijk nemen: bakken water hebben we over ons gekregen. De hemelsluizen gingen hier weer wagenwijd open voor uren aan een stuk. We hebben even geprobeerd om een stukje van de wandeling te doen, maar er was geen beginnen aan: 15 seconden buiten en je was kletsekloddernat.
Uiteindelijk zijn we terug in de mobilhome gekropen, hebben we wat spelletjes gespeeld en tot slot wat boterhammetjes gegeten. Toen was er nog geen beterschap op komst en hebben we er de brui aan gegeven. We zijn naar de cabin gereden die we gehuurd hebben voor onze laatste dagen en begonnen met leegladen en poetsen van de mobilhome. Ongelooflijk wat er allemaal in zo’n kleine mobilhome kan. Ongelooflijk ook hoeveel kleren we te veel bij hadden uit België. Er is het een en ander nog proper.
Toen ons Fien wakker werd uit haar namiddagslaapje ben ik even met de kindjes gaan zwemmen zodat tenminste toch een van ons verder kon doen. Tegen 19u waren we ermee klaar.
Nog snel een beetje eten – de kindjes hadden al wat restjes gekregen – en ons klaarmaken voor een lange dag morgen: we moeten om 9u op de luchthaven geraken. Zonder file is dat zo’n 20 minuten, maar wie weet hoe lang het zal worden in de ochtendspits. Morgen weten we meer.
De engelsen hebben een gezegde: “It’s raining cats and dogs” om te zeggen dat het pijpenstelen regent.
Wat we tot hiertoe gehad hebben, lijkt meer op “Het regent olifanten en mammoeten”. Ik vroeg me af of van onze 4x4home misschien ook een even een boathome zouden kunnen maken. Dit maar om te zeggen dat het hier regent en maar blijft regenen. Ongelooflijk.
Het is ook vrij warm en met een luchtvochtigheid van 98% heeft dat niet zo’n positief effect op de slaap. We waren dan ook alle 4 erg vroeg wakker.
Daar is gelukkig ook een positieve kant aan. Ook al arriveerden de eerste potentiële kopers bijna een half uur te vroeg: we waren er al helemaal klaar voor. De kindjes en ik trokken naar de TV-kamer, Bert mocht zijn capaciteiten als verkoper nog eens testen :-).
Wat die TV-kamer betreft: de TV doet het niet en er liggen grote plassen op de betonnen vloer. Even later kwam de man van de camping even een kijkje nemen. Gisterenmorgen lag hier blijkbaar nog tapijt, maar het water komt gewoon langs de grond en de muren binnen. Dus dat tapijt hebben ze er maar uit gehaald. De grond is hier 100% verzadigd: overal liggen grote, diepe plassen. Ook de stenen paadjes zijn gewoon ondergelopen. Soms loop je beter over het gras dan over de paadjes. En soms is er gewoon geen doorkomen aan zonder natte voeten. Sandalen doen het nu een pak beter dan schoenen :-).
De eerste kopers zijn ondertussen weg: ze maken zich een beetje zorgen over de roest. Deze namiddag laten ze iets weten, nadat ze nog een andere bekeken hebben.
Ah, telefoon: iemand die gisteren al eens heeft gebeld voor wat informatie. Hij gaat hem gewoon kopen!! Ook al heeft hij hem nog niet gezien, behalve op foto. Hij heeft wel in het verleden met krak dezelfde gereden: hij wist een paar van de gebreken op te sommen. Blijkbaar standaard voor dat model. Maar dus alles bij elkaar toch ook vooral goeie ervaringen met deze mobilhome. Benieuwd of we de verkoop volledig kunnen afronden. Het lijkt er wel op. De man heeft ondertussen een vlucht naar Auckland geboekt. We pikken hem maandag om 9u op, ronden de verkoop administratief af en klaar is kees.
We moeten de mobilhome morgen dus volledig leeg halen, kuisen en voorbereiden voor de overdracht. We zijn dus naarstig op zoek geweest naar een verblijf en een auto voor wat over blijft van ons avontuur in Nieuw-Zeeland. Weer een hoofdstukje bijna afgerond. Weer een stapje dichter bij huis.
Alles bij elkaar is het goed dat hij verkocht is: dan kunnen we de laatste 2 dagen met een vrij en vrolijk gemoed rondcrossen en Auckland onveilig maken.
Deze namiddag zijn we nog even naar Kelly Tarlton’s Sealife aquarium geweest. Na ons bezoekje aan het aquarium in Napier wisten we dat dit een topper zou worden bij de kindjes. En dat was het absoluut, ook al was er wel heel wat commercieel gedoe rond.
We hebben opnieuw haaien gezien. Nu zelfs nog grotere dan de vorige keer. Maar daarnaast ook reuze roggen, allerhande soorten zeepaardjes – oehhhs en aaaaahs zijn hier op zijn plaats -, een octopus, 3 soorten kwalletjes, zeeschildpadden, de koning van de pinguïns, enz. Er was ook een doe-stand waar je aan zeesterren mocht voelen en waar ze lieten zien hoe een zeester een mossel aan het verorberen was. En ik die dacht dat een zeester een lief beestje was. Blijkbaar zat er normaal gezien ook een krabje in het aquarium, maar ze zijn erachter gekomen dat ook dat ten prooi is gevallen van een van de zeesterren. Ze weten zelf niet goed hoe dat is kunnen gebeuren. Wat is de natuur toch spannend en verrassend, nietwaar?
Van spannend gesproken: met zo’n mobilhome in het drukke verkeer van zo’n stad manoeuvreren, is ook best spannend. Wat ben ik dan blij dat we maar een kleintje van 5,5 meter hebben en niet zo’n gigantisch lange. En een gigantische stad met een gigantische drukte is het hier wel: 1 op 3 Nieuw-Zeelanders woont immers in deze stad. Dat kunnen we van Brussel niet zeggen….
De ochtend begonnen met – wellicht – onze laatste strandwandeling in Nieuw-Zeeland.
We denken terug aan de vele tientallen prachtige stranden waarop we hier gewandeld hebben: gele, witte, bruine, bezaaid met stenen, … . Waw.
Het is vandaag helaas een donkere dag en we krijgen af en toe wat stofregen over ons heen. Dat kan ons echter niet deren. Ook de kindjes genieten ervan: we laten ze lustig in het water spetteren en spelen: hun natte broeken kunnen we sebiet wel vervangen.
Dan beginnen we aan de trip naar Auckland. We mikken op een camping in Ramarama om nog maar eens een potentiële koper te ontmoeten. Het zullen er uiteindelijk 2 worden. Sinds we de prijs hebben verlaagd, regent het sms’en en mails. Het ziet er naar uit dat we hem wel verkocht zullen krijgen. En indien niet: we hebben een solide plan B nu: onderweg – ongeveer een uurtje rijden van Auckland – een verkoper van 2de handse mobilhomes tegengekomen. Na wat aarzelen zijn we even gestopt en wat informatie gaan vragen. De man – een technieker – lijkt erg betrouwbaar en ziet het wel zitten om onze mobilhome te verkopen aan een redelijke prijs. Zijn vrouw – de verkoopster – is er echter niet, dus we zullen nog eens moeten terugkomen of via de telefoon wat afspraken maken.
Het leuke is ook dat we nu de rollen kunnen omdraaien: ten laatste maandag zullen ze moeten beslissen, anders doen we de mobilhome naar de dealer en wordt hij meteen ook een heel pak duurder. Nu staan zij onder tijdsdruk en wij niet langer. Het geeft alleszins een geruststellend gevoel.
In de vroege namiddag zijn we hier op de camping toegekomen en ondertussen hebben we al bakken en bakken regen over ons gekregen. De hemelsluizen staan hier duidelijk wagenwijd open. Er is en blijft hier ook sprake van serieus noodweer in de regio waarin we zitten en vandaan kwamen: drijvende auto’s, wegen die onder lopen, mensen die zonder stroom vallen… Helaas gaan er nog bakken en bakken regen bij vallen. Laat ons hopen dat het hier niet veel erger meer wordt.
We wilden ‘eventjes’ de WOF (= keuring) van onze mobilhome laten doen. Viel dat even tegen: afgekeurd. Er waren wat normale slijtage dingen, maar ook roest. Dat was al een opmerking bij de vorige keuring en we hadden hem er ook voor laten behandelen in Dunedin, maar blijkbaar was dat onvoldoende. Dat is een streep door de rekening. We zijn dan maar even langs een garage gepasseerd om een schatting van de kosten te laten maken: 2000 $. Maar ze konden het niet meteen doen: er moeten wat onderdelen besteld worden. We hebben echter geen tijd om te wachten, dus beslissen we om door te rijden naar Auckland en hem zo te verkopen, mits een fixe reductie in de vraagprijs. Onze mobilhome wordt zo een koopje, als je tenminste de moeite wil doen om hem te laten maken. We zullen zien wat er de komende dagen gebeurt.
Het eerste gedeelte van de rit vandaag – tussen Gisborne en Opotiki – is prachtig. We rijden eerst door mooie grasgroen heuvellandschap. Hier en daar een idyllisch riviertje en schapen die ons nakijken. Vervolgens worden de bergen iets groter en zijn ze volledig met subtropisch regenwoud begroeid. De rivier waar we naast rijden, zigzagt tussen de bergen door. Wij dus ook aan laag tempo.
Langzaamaan wordt het landschap minder en minder bergachtig en ook minder interessant: het kilometers vreten kan nu echt beginnen. Het wordt al snel duidelijk dat we vandaag niet meer in Auckland zullen raken, dus beslissen we op tijd te stoppen op een mooi plaatsje. En dat is nu het mooie aan Nieuw-Zeeland: om elke hoek ligt wel een prachtige plaats verscholen. Nauwelijks een half uurtje later stonden we op een gratis plaatsje, rustig aan een sfeervol en eenzaam strand.
Na een fijne strandwandeling waren we weer wat uitgewaaid en kon ik beginnen kokkerellen – zoals zo vaak – onder grote interesse van de kindjes.
Na het eten nog wat buiten spelen op het pleintje hier en dan kindjes in bed, terwijl wij buiten op een bankje aan het strand nog wat mailtjes typen, bloggen en mobilhome verkopen. Ook hier kan het leven wat stresserend zijn, maar even uitwaaien en eens diep ademhalen in de prachtige natuur verlicht een en ander wel. Misschien nog iets om mee te nemen naar huis…
Het regent. De ganse nacht al. Gelukkig raken we nog vlot van onze staanplaats. De onverharde weg terug naar Te Araroa is nu nog avontuurlijker geworden. De banden slippen wel eens een keertje door, maar al bij al geraken we er vlot door. Hoe mooi de weg gisteren ook was, vandaag is daar maar weinig van te zien: het is te bewolkt, het regent te hard. Af en toe kan je nog een glimp van de verborgen schoonheid opvangen. Te weinig. We rijden dus eigenlijk aan een stuk door tot in Gisborne, met uitzondering van een de St Mary’s church in Tikitiki. Het toont perfect hoe de Maori cultuur zich heeft vermengd met de katholieke cultuur. De buitenkant is een gewoon kerkje, de binnenkant lijkt heel sterk op de ontmoetingshuizen/gebedshuizen (marae) van de Maori cultuur.
Gisborne is een onvriendelijke stad. De eerste stad waar zoveel mensen gewoon niets terugzeggen wanneer je goeiedag zegt. Ook onze kindjes valt het op: “Waarom zegt die niks terug?” Onze camping versterkt dit beeld nog: dit is de eerste camping waar je een soort badge nodig hebt om zowat overal binnen te raken: in de keuken, in de douches, zelfs in de frigo. Ik vermoed dat ze de veiligheid willen versterken, maar ik ga mij hierbij verschrikkelijk onveilig voelen.
Gisborne zou de eerste stad zijn die de zon ziet op deze planeet. Dat zullen wij morgen dus een keertje meemaken. Het is duidelijk dat Gisborne ook nog andere troeven wil uitspelen: een wandeling tussen de regen door langs de waterwegen van de stad is wel heel erg mooi aangelegd.
Doe zo verder, Gisborne. En doe ondertussen ook iets aan de vriendelijkheid van de mensen hier. 🙂
We hebben trouwens ook gehoord dat we niet hoeven te klagen over de regen die we vandaag gehad hebben: de Coromandel en een stuk van Auckland staan helemaal onder water: er is op 24u zo veel regen gevallen als normaal op 1 maand. Mensen moeten ontzet worden, het gebied zit gedeeltelijk zonder stroom, … Stoppen met klagen over een beetje regen dus.
Zoals voorspeld: weg zomerse zon, dus ook wij hielden het voor bekeken in Ohope. We gaan voluit op ontdekking in een van de voor ons laatste onverkende stukjes Nieuw-Zeeland: Gisborne.
Voor ik je daar mee naartoe neem: had ik jullie al verteld dat we het Noordeiland heel wat minder indrukwekkend vinden sinds we van het Zuidereiland komen? Als je me op het Zuidereiland had gevraagd wat het mooiste is, zou ik gezegd hebben dat er niet heel veel verschil is tussen de 2. Maar nu we hier terug zijn, ervaar ik het helemaal anders. Ik denk dat het komt omdat de eerst overgang van Noord naar Zuid heel geleidelijk verlopen is. We zijn toegekomen in Picton waar de bergen en heuvels ongeveer even groot zijn als op het Noordeiland. Maar blijkbaar is dan alles heel geleidelijk aan groter en majestueuzer geworden. Dat is zo geleidelijk aan gegaan dat we het niet gemerkt hebben. Tot we plots op enkele dagen tijd van halverwege het Zuidereiland opnieuw naar het Noordereiland zijn gecrost. Wat een verschil. Wat een contrast. Wat heb ik de hoge bergen, de ongerepte subtropische wouden en de woeste kusten gemist.
Waarschijnlijk spelen hier nog andere zaken een rol: we hebben voornamelijk snelle wegen genomen, die zijn natuurlijk minder ongerept en proberen de bergen wat te vermijden natuurlijk. En bovendien zitten we met ons hoofd wel wat bij de verkoop van de mobilhome. Tot slot kan het ook nog aan de streek liggen. In Tongariro National Park hebben ze hier ook wel echte heuse bergen. Wie zal het zeggen.
In elk geval, zijn we vandaag opnieuw door prachtige, ongerepte beboste heuvels gereden. Het deed mij bij momenten opnieuw denken aan de West kust van het Zuidereiland, maar de bergen waren net iets kleiner, de kusten iets minder ruig en er stonden meer huizen tussendoor. Nog altijd niet veel. Maar wel meer. Naarmate we verder reden werd de weg – hoewel geasfalteerd – eerst erg kronkeling, daarna hobbelig en nog verder zo bultig dat het onmogelijk was om hierop een deftige snelheid te rijden. Dit is absoluut de slechtste verharde weg waarop we in Nieuw-Zeeland al gereden hebben, uitgezonderd rond Kaikoura, maar daar was net een aardbeving gebeurd. Ik denk dan ook dat dis misschien een soort van achtergesteld gebied is. Er is hier ook niet zo veel toerisme. Je merkt het verschil.
Dit is ook het eerste gebied in Nieuw-Zeeland dat vol staat met mais. Tot hiertoe waren we dat gewas maar eens heel sporadisch tegengekomen.
Maar nog eens: de SH35 is misschien niet de beste weg en het bulkt hier niet van de bezienswaardigheden, maar het is wel een heel erg mooie weg. We hebben genoten.
In Te Araroa, hebben we de kans om nog een omweggetje van 20 km onverharde weg te maken naar de vuurtoren van Cape East. We zijn benieuwd hoe de onverharde weg er hier uit ziet als de verharde weg eigenlijk al te wensen overlaat. We worden niet teleurgesteld: er staat meteen een bord dat aanmaant om extreem voorzichtig te zijn. De weg is smal, gaat vlak langs de zee over steile kliffen. Hier en daar zijn er al stukken weg naar beneden gevallen en opnieuw gerepareerd. Op sommige stukken is het onmogelijk om een tegenligger te passeren. Zelfs als de weg terug iets meer het binnenland in rijdt, lijkt hij vaak eerder op een pad bedoeld voor een 4×4. Gelukkig hadden we onze mobilhome al eens omgedoopt tot 4x4home. Met al onze ervaring, zijn we eigenlijk probleemloos tot bij de voet van berg geraakt waarop de vuurtoren is geposteerd. Nu moesten we enkel nog 750 trappen overwinnen. Zo gezegd, zo gedaan. Boven beloonden we onszelf met een appeltje en wachtte ons bovendien een fraai uitzicht.
Terug beneden bleek het al bijna 17u. Hoog tijd om een camping te zoeken. De eerste echte camping had helaas belachelijk slechte commentaren en de volgende was nog eens 77 km verder. Te ver voor vandaag, dus besloten we op een prachtige staanplaats langs de onverharde weg te gaan staan. Wellicht voor de laatste keer staan we midden in de natuur. Tussen berg en zee op een soort heuvelachtige weide. Schitterend. Genieten!
Na het eten doen we nog een avondwandelingetje op het prachtige en ongerepte strand. Onze Lander neemt ook zijn fiets mee: hij wil nog eens fietsen op het strand. Waarom ook niet.
Het wordt een fijne wandeling.
Helaas loopt ze wel in mineur af: plots – we zijn al op de terugweg – moet onze Lander superdringend naar het WC. Ondanks de eindspurt, halen we de mobilhome niet. Ik ga jullie de gore details besparen, maar tegen dat we aan de mobilhome waren, hadden we veel aantrek van vliegen en wachtte ons wel wat kuiswerk.
Dat zijn we nu – op ons stoeltje buiten met de ruisende zee op de achtergrond – met een glaasje wijn aan het doorspoelen. Schol!
Voor de zoveelste keer vertelt een Kiwi vandaag tegen ons dat dit de allerslechtste Nieuw-Zeelandse zomer is in heeeeeeel veeeeeel jaren. Dit keer was het een oudere man uit Wellington die het had over de slechtste zomer in zeker 30 jaar. Hij kan het weten. Hij laat zelfs verstaan dat hij nu veen weekje uit Wellington gevlucht is, op zoek naar wat mooi weer en een beetje zon. Mij lijkt hij ietwat bedrogen uit te komen, want de rest van de week ziet er niet zo goed uit. Nu ja, hij heeft vandaag en de voorbije 2 dagen toch al gehad. Net als wij trouwens.
Wat er ook van zij. Ik ben in elk geval stilletjesaan geneigd al die Kiwi’s te gaan geloven. In het begin deed ik dat gezeur over slechte zomers af als een soort oude-wijven-praat. Je weet wel: er is nu eenmaal iets neutraal nodig om over te praten en het weer is altijd een goeike. Maar ondertussen hebben we dit verhaal al zo vaak gehoord en dat over heel Nieuw-Zeeland, dat ik geloof dat het echt waar moet zijn. Er is hier een rotslechte zomer bezig.
Nu wil ik dat zeker niet aangrijpen om zelf te beginnen zeuren. Niet dat ik niet zou kunnen: komen we een keertje naar Nieuw-Zeeland, hebben ze toch wel geen slechte zomer zekers :-). Dat ga ik dus niet doen.
Integendeel: we hadden ons wel verwacht aan wat regen en we hadden ook geen subtropische temperaturen in ons achterhoofd wanneer we hier naartoe kwamen.
Meer nog, eigenlijk was het geweldig wandelweer: meestal niet te warm en regelmatig een dramatisch wolkje. Ook altijd goed voor de foto’s. Voor mij – voor ons – was dit quasi de perfecte zomer. Maar normaal gezien zou het hier dus heter moeten zijn en misschien wat minder regen.
Nee, wij Belgen, wij zijn wel meer gewoon. Misschien moet ik al die zeurende en zagende Kiwi’s eens uitnodigen om naar België te komen. Dan kunnen ze eens meemaken hoe een echte slechte zomer eruit ziet ;-))))
P.S. Als iemand wil weten hoe onze dag eruit zag vandaag: lees gisteren nog eens na. Het is een exacte kopie geworden. Die laatste goeie zomerdag wilden we niet laten liggen.
Vandaag een echte vakantiedag zoals in Zuid-Frankrijk gehouden. Nostalgie, o nostalgie.
Begonnen met een strandwandelingetje in de voormiddagzon. ’s Middags lekkere pannenkoeken gegeten. Wellicht voor de laatste keer in Nieuw-Zeeland. Terwijl ons Fientje haar middagdutje deed en onze Lander de camping aan het onveilig maken was, konden we zelf wat relaxen met een boek. Dan met onze Lander wat gespeeld op het springkussen. Toen ik met hem naar de zee wou gaan om te zwemmen, was ook ons Fien plots terug van de partij en konden we meteen met zijn allen het strand gaan innemen.
Ik heb geweldig in de golven gespeeld (yep, je leest het goed: ‘ik’. De kindjes vonden het er te hevig aan toegaan. Ons Fien heb ik uiteindelijk toch mee kunnen nemen en ook zij vond het fantastisch.). Het water was lauwwarm, de golven sprongen hoog, maar waren helaas niet zo krachtig. Desondanks was het heel leuk. Het jeugdsentiment kwam hier boven drijven.
Ondertussen speelden de kindjes op het strand vanalles en nog wat, terwijl Bert en zijn boek nog steeds onafscheidelijk zijn.
Rond 16u15 zijn we dan voor ons namiddagfruitje gegaan om vervolgens het zwembad in te plonsen. Daar konden de kindjes maar niet genoeg van krijgen. Uiteindelijk zijn we eruit gegaan toen het echt wel hoog tijd was om eten te maken.
Na het eten nog wat van het avondzonnetje genoten terwijl de kindjes opnieuw nog wat op het springkussen gingen spelen. Zaalig. Uiteindelijk ons laten overtuigen om mee te doen: gezellig met zijn vieren op het springkussen. Meer moet dat niet zijn. Moe maar voldaan konden we de kindjes in bed steken. En slapen dat ze deden. Maar dat mag niet verrassen na zo’n dag.
Morgen nog 1 dag goed weer. Misschien moeten we hier nog maar een dagje blijven. De weekendkiwi’s zijn ondertussen naar huis, de camping is bijna uitgestorven. Zaaalig rustig. Al dit moois, bijna voor ons alleen.
Foto’s? Euh… bijna geen gemaakt vandaag. Enkel tijdens de strandwandeling.
Fien sleept haar hondje mee:
Krokusvakantie?? Dat kennen wij hier niet, hoor. Meester Bert: leg in het lege vakje 2 schelpjes meer, dan weer minder, enz.
Geraamte van een vis. Erg leerrijk en bovendien leuk om in stukjes te doen.